Niemand die zich meldde en de vraag stond al een dag of vier op de WhatsApp. Er kwamen ook geen mededelingen bij, iedereen negeerde het bericht en voor de zekerheid het hele kanaal, leek het. Of een ouder het jongensteam (met een meisje) wilde coachen?
Vorig jaar was al gevraagd om trainingen te verzorgen, dat was dit seizoen niet nodig. De JO-13 (vroeger nog de C of D) hadden een trainer met ervaring. Maar geen coach. Nu gaat de zaterdagochtend normaliter op aan uitslapen en vervelen, dus op pad met de middelste langs de voetbalvelden in de regio leek me wel wat. Je moet toch ook eens naar buiten. Dus stak ik mijn vinger op en werd daarmee coach van het elftal, vooralsnog bestaande uit negen personen. Zaterdag had ik mijn eerste wedstrijd en mocht meteen vlaggen.
Die eerste wedstrijd — thuis voor de beker — riep direct veel vragen op: Waar haal ik voldoende spelers vandaan? Wat doet een coach aan de kant van het veld? En wat (vooral) niet? Hoe maak ik een opstelling? En wat is buitenspel? Dat laatste is door de KNVB prima uitgelegd, overigens, maar inmiddels een pakket voorschriften waar geen scheidsrechter zich op ons niveau aan waagt.O ja, we spelen 4-3-3. De varianten van dat systeem zijn legio, de buitenspelval een belangrijke variabele.
Een uurtje studie leerde mij alle nuances van offside die met mijn eerste vlagactie lachend werden weggewoven door de dienstdoende scheidsrechter. Zo werd de bal gespeeld, kwam niet aan bij degene die buitenspel stond, maar blokkeerde de speler wel de weg voor onze verdediger en behaalde daar zoveel voordeel mee dat de FIFA ervoor vlagt. Deze scheids niet, die overigens een stevige schouderduw steevast interpreteerde als duw in de rug (koste ons de 3-3).
“Wat een m#$%gool!”, spuwde onze spits, net gewisseld. “Pardon?”, vroeg ik. “Kijk dan! Hij ziet niks!” Ik schoot uit mijn slof over zoveel ondankbaarheid jegens deze vrijwilliger. Coachen is dus ook opvoeden, bedacht ik. Samen kwamen we tot een acceptabel compormis: de man in geel (niet in zwart) was ‘raar’. Hij kon ermee leven en schreeuwde bij een afgefloten actie hard: “RAAR!”. Niemand keek op, een prima evaluatie dus waar de jongen zijn emotie in kon leggen en de scheids zich niet aangesproken voelde. Belangrijker: we wonnen met 4-3 en zijn nog altijd op weg naar een zinderende finale in de Kuip.
Ik liep terug naar de kantine en oefende: “We speelden compact, kwamen twee keer terug van achterstand. Dat bewijst ons doorzettingsvermogen. Dit is een ploeg met karakter en inzet. Nee, mooi is anders, maar met mooi win je geen wedstrijden.” Drie invallers (van de selectie) bedankten en renden naar hun fiets. Coach van een elftal: je denkt, net als bij het ouderschap enige invloed te kunnen hebben op wat er gebeurt, maar eigenlijk rationaliseer je alleen maar wat er is gebeurd. En dat is vooralsnog hartstikke leuk. <<
Eén reactie