De datapakketjes vliegen ons om de oren. Het kost nauwelijks moeite om saaie tabellen om te zetten in aantrekkelijke vormgeving , om met visualisaties allerlei verbanden en correlaties te suggereren en zo bij te dragen aan (verhitte) discussies of kabbelende gesprekken met cijfers op te stoken. Data vertelt een verhaal zo lekker objectief. Over cijfers valt nauwelijks te discussiëren: het kan altijd meer of minder. Maar de constatering dat iets in een bepaalde mate bestaat, is een lastig te counteren argument.
Sprongetje naar een datavisualisatie waar ik me over heb verbaasd: een factsheet van het Centrum Seksueel Geweld. Sinds kort bestaat zo’n centrum ook in Leiden. Op hun factsheet feiten – schokkende, onthullende en onthutsende cijfers over veel aspecten (en gevolgen) van seksueel geweld. Heftig. Maar waar zijn de bronnen op basis waarvan dit visuele feitenrelaas is gemaakt? Met andere woorden: hoe factelijk is deze sheet?
Het vervelende van deze vraag is dat er een suggestie in schuilgaat: alsof ik de cijfers niet zou geloven; dat ik dus twijfel aan de ernst en omvang van seksueel geweld; dat ik het onderwerp niet serieus neem door allerlei voor de hand liggende vragen te gaan stellen over de afkomst van de cijfers …
Erg vervelend, want ik neem het onderwerp zeer ernstig serieus. En dat zou het Centrum Seksueel Geweld ook moeten doen. Door de gepresenteerde cijfers keurig te onderbouwen met achterliggend materiaal. Want een factsheet zonder bronvermelding is een visueel aantrekkelijke mening – en daar is mijn inziens het onderwerp te belangrijk voor, om er een meninkje over te hebben.