Na elke politieke of economische crisis zijn er journalisten die de aanpalende wetenschappelijke discipline rigoureus bij het grof vuile zetten. Top-commentator Nicholas Kristof deed het onlangs. Met één giftige pennenstreek op zijn klavier sabelde hij de politicologie neer. “Some of the smartest thinkers on problems at home and around the world are university professors, but most of them just don’t matter in today’s great debates.” Dat kwam hem direct op repliek te staan. Erik Voeten, chroniceur bij Monkey Cage (Washington Post, volg dat blog) doopte zijn toetsenbord in de vitriool en noteerde het altijd dodelijke ‘Geen nieuws!’ “The piece rehashes familiar claims that seem to resonate well on the Times opinion page: academics write in obtuse prose on arcane tiny issues that are of little interest to the public.”
En toen was de boot aan.
Ook op Monkey Cage (dat is twee keer washington Post – de aanval op de politicologen kwam van de New York Times) een onthullende grafiek met dito trend. Steeds vaker werken journalisten en politicologen samen. James Fearon pakte Kristofs handschoen op zoals je van een politicoloog verwacht. Probleemanalyse (is er inderdaad sprake van politicologische irrelevantie), operationalisatie (hoeveel politicologen zijn er dan in de NYT geciteerd of komen zij voor) over een langere periode. De conclusie zou u niet verbazen en misschien zou het (nog) eerlijk zijn als Fearon erbij had gezet als hij die resultaten ook had gepresenteerd als dit er NIET uit was gekomen …