Trouw opende zojuist: “Europa moet de onvrede over de Amerikaanse spionage van Europese burgers en politieke leiders niet inhoudelijk koppelen aan de onderhandelingen over een vrijhandelsverdrag tussen de Verenigde Staten en Europa. Premier Mark Rutte zei dat donderdag in een Kamerdebat over de EU-top van vorige week.”
Volgens mij moet hij dat wel doen.
Niet vanwege de spionage an sich, wel vanwege het type spionage – waarschijnlijk vooral economisch. Er is dus wel degelijk een logische en vooral inhoudelijke link tussen Amerikaanse spionage en de onderhandelingen over de vrijhandel. De vraag rijst wat precies het verband is tussen de omvang van de NSA-praktijk en de vrijheid in ‘vrijhandel’. Een vraag waar we alleen een antwoord op geven als die tijdens de onderhandelingen wordt besproken. Wel doen dus!