In de opmaat van de grote Afghanistan conferentie in Den Haag las Wouter van Cleef een heel aardig stuk over een voorstel om al pokerend de geweldsspiraal in Afghanistan te doorbreken.
Gastredacteur: Las een mooi artikeltje op de smallwarsjournal.com. Een Amerikaanse majoorstelt voor een potje poker te spelen met de mullahs in zuid-Afghanistan om tot een oplossing te komen voor de gigantische problemen daar. Blijkbaar heeft majoor Gash meer verstand van poker dan van radicaal-islamitischege inspireerde dorpsleiders, ik vrees dat de laatsten Las Vegas taferelen verafschuwen als ongelovig westers cultuur imperialisme. Niettemin is zijn verhaal best het lezen waard.
Gelukkig komen we volgens Gash al een heel eind met een ‘rudimentary understanding’ van speltheorie bij het begrijpen van en het bedenken van oplossingsrichtingen voor de veiligheids– en stabilisatieproblemen in de meest woelige delen van Afghanistan. Dat komt goed uit, want economische analyse van politieke besluitvorming is het enige vak dat ik ooit heb gehert(dat zou een wanstaltig germanisme kunnen zijn!).
Het idee van Gash: dorpsleiders in zuid-Afghanistan maken een rationele afweging over welke machthebber zij steunen. Dit doen zij op basis van de notie dat een keus voor de Taliban of de (westerse) militaire coalitie vooraf bepaalde kosten en baten met zich meebrengen (vandaar de vergelijking met poker). Echter, zij doen dit in een omgeving waarin het onmogelijk is om te weten wat de leiders in een dorp verderop kiezen, regelmatig heen en weer reizen is te gevaarlijk. Hoewel zij niet op de hoogte zijn van elkaars beslissingen, zijn de besluiten van de verschillende dorpsleiders weldegelijk met elkaar verbonden; als een aan elkaar gebonden gebied allemaal dezelfde keuze maakt, vergroot dit de totale winst van ieder dorp individueel door een vermindering aan geweld.
Iedere keuze leidt tot een bepaald individueel saldo van winst en verlies die economen graag samenvatten in een pay-off matrix, deze exercitie kun je terug zien in tabel 3 op pagina 3 van het artikel. In een ideale wereld met open communicatie en wederzijds vertrouwen tussen de dorpen zou de keuze eenvoudig zijn. Beide dorpen zouden de coalitie steunen en zo maximale pay-off bereiken. Doordat er geen open communicatie en vertrouwen zijn zullen de pre-moderne dorpsleiders zich echter gedragen als rationele risico mijders en uitkomen op het zgn Nash-evenwicht waarbij beide dorpen – zonder het van elkaar te weten – de Taliban zullen steunen.
Dat is een pijnlijke conclusie voor de NAVO militairen die proberen ‘hearts and minds‘ te winnen en de ‘neo-Taliban irrelevant te maken’. Gash vraagt zich retorisch af: Is er nog hoop? Zijn antwoord: Jazeker!Hij noemt een tweetal strategieën om het gedrag van de dorpsleiders te veranderen in het voordeel van de coalitie:
1. Zorg dat de gegeven kosten en baten binnen het model veranderen in hetvoordeel van de coalitie.
2. Laat de dorpen samenwerken, elkaars situatie kennen en elkaar vertrouwenBeide zaken zijn – zoals het een hedendaags sociaal-wetenschapper betaamt -context afhankelijk: de samenleving en het systeem zijn niet maakbaar, de context waarbinnen handelingen plaatsvinden is dat wel!De opties?
ad. 1: Reduceer de private kosten van elk dorp door patrouilleposten van de coalitie (‘forward operating bases’) tussen de dorpen te plaatsen waardoorhet gevaar van neo-Taliban aanvallen af zal nemen. Dit klinkt zowaar als de even veelbezongen als veelbekritiseerde inktvlek strategie die de Nederlandse ISAF troepen hanteren in Uruzgan; maak vrienden, blijf in de buurt en breidt langzaam maar zeker je footprint, of territorium uit.
ad. 2: Verander de spelregels, door dorpen onderling samen te laten werken.Door dorpen gezamenlijk bewust te maken dat steun aan de coalitie op de langere termijn tot een hogere pay-off leidt zullen ze eerder de kant van de coalitie kiezen. Hoe dat doel te bereiken? Praten, praten en nog eens praten. Laat dat nou weer juist zowaar de methode zijn waar de Nederlanders zich op laten voorstaan!
De nooit echt goed gedefinieerde Dutch Approach(die voor het eerst lijkt te zijn *gecoind* in de NY Times) is namelijk gebaseerd op zo min mogelijk geweld, maximale openheid naar lokale gezagsdragers en het sluiten en faciliteren van coalities.
De conclusies van bovenstaande:
1. De Nederlanders in Uruzgan zijn op papier althans goed bezig.
2. Er is ruimte voor innovatief vervolgonderzoek naar een thema dat ik zelf ooit heb uitgediept. Ik kwam tot de conclusie dat de Nederlandse aanpak in vredesoperatie tot stand was gekomen door het zoeken naar concensus (essentieel element van de Nederlandse politieke cultuur) en door de Nederlandse ervaringen met koloniaal bestuur (wat in belangrijke mate werd geïnspireerd door het betrekken en accomoderen van lokale gezagsdragers). Ik stond zeker niet alleen in deze conclusie, prof Lammers, emeritus-hoogleraar bestuurskunde in Leiden was een belangrijke inspirator.
Dit vervolgonderzoek zou in moeten gaan op de vraag of de Nederlandse houding ten opzichte van lokaal gezag in bezettingen of vredesoperaties wordt geïnspireerd door culturele factoren of micro-economische analyses. Een geinige werktitel: “Nederland en militaire uitzendingen: de dominee/koopman-these, revisited“. Link naar het artikel dat hierboven besproken wordt. <<