Je bent jong en wild en je maakt daar ook foto’s van of, erger, het gezelschap waarmee je op pad bent maakt daar foto’s van. Niets aan de hand, tot je minister wordt of staatssecretaris of burgemeester. Redacties van diverse media halen tegenwoordig haast automatisch je naam door Google en, *plop* daar komen de foto’s uit andere tijden, context en betekenis tevoorschijn. Zo ben ik – full disclosure – ooit op een jongerenkamp van de Vierde Internationale geweest in Portugal (zelf even googlen). Ik weet niet of er foto’s van zijn (het was in het pre-sociale media tijdperk). En ja, daar heb ik naakt gezwommen en de international gezongen. Dat was toen – een andere tijd, een andere context.
Mag een redactie die context schenden en uit mijn tijdlijn een willekeurig bericht plukken om mij daar nu mee te portretteren? Nee, zeggen rechtsgeleerden. Daarmee schend je de contextuele privacy. Berichten en foto’s, door mij of andere over mij geplaatst, passen alleen in die context en moeten daar dan ook in blijven. Journalisten, zegt ook de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ), mogen dat ook niet. Die privacy moeten journalisten respecteren. Wat overigens niet hetzelfde is als negeren. Privacy betekent het voorkomen van identificatie – wat een feit als het jongerenkamp in Portugal als gegeven natuurlijk niet ontkent.
Nu moet het begrip contextuele privacy in de journalistiek nog handen en voeten krijgen. Absoluut bezien weerhoudt het immers auteurs om geschiedenis te schrijven. Daarvoor zal je immers niet ontkomen aan een zekere vorm van cherry picking. Je kiest altijd elementen uit iemands leven om een verhaal te (re)construeren. Anderzijds – de directe aanleiding voor de NVJ om het begrip te omarmen – een foto op je Hyves-profiel uitventen nadat je de enige overlevende van een vliegtuigramp bent … tja, dat gaat duidelijk te ver. Die foto is er nimmer om die reden opgezet en het feit dat het op Hyves staat voelt ook moreel te dun om er dan ook maar gebruik van te maken.
Daartussen is dus veel ruimte voor debat.
Mijn inziens is contextuele privacy een begrip dat nog de nodige ‘lading’ moet krijgen. Dat kan door niet steeds in te zoomen op individuele berichten of, in sterk geanonimiseerde vorm, individuele meldingen alleen als aanleiding te gebruiken. Maar om contextuele privacy in de journalistiek handen en voeten te geven, zijn nu eenmaal zaken nodig die de begrenzing van het begrip steeds beter inkaderen. En dat gaat met horten en stoten. Soms zullen media te ver gaan, soms zijn ze te streng. Maar alleen door af en toe pijnlijk de mist in te gaan, komen we verder. Dat is buitengewoon vervelend voor direct betrokkenen, maar anders krijgen we het begrip niet helder. En blijft dus ook met deze term privacy een fundamenteel betwist begrip. <<