Je zou maar elke nacht moeten vrezen voor de leegstaande panden in je gemeente. Burgemeester Pieter Smit, Winschoten, ging elke avond met samengeknepen billen naar bed. Na een paar nachten wil je wel weer eens lekker slapen. Dus werd de jacht op de vermeende pyromaan geopend. En ziedaar, met succes! Het recherchewerk heeft haar vruchten afgeworpen. Burgemeester dankt alle betrokkenen en meldt, opgelucht: ‘Mijn complimenten aan iedereen die aan de zaak heeft gewerkt.’ De vraag is nu waarop die opluchting dan op is gebaseerd? Op de aanhouding van Danny F., een 25-jarige inwoners van Winschoten die in Blijham een clubgebouw in de brand wilde steken. Een heterdaadje, zogezegd. Voor de burgemeester lijkt daarmee de kous af. Hij kan weer rustig gaan slapen. En dat is natuurlijk niet zo.
De schade in de stad en voor de eigenaars van de panden is aanzienlijk. En de verdachte is nog altijd onschuldig tot het tegendeel is bewezen. Hij moet nog wel zorgvuldig aan alle branden in de stad worden gekoppeld. En dat doet in Nederland een rechter – niet een opgeluchte burgemeester die een streep onder de zaak wil zetten. De noodverordening blijft overigens nog van kracht. De gemeente is al begonnen met de versnelde sloop van vijf pandenĀ in het centrum van Winschoten. Alles duidt er op dat een snelle reactie van de overheid wenselijk is. D angst van de vuurhaarden moet worden weggenomen met het bestuurlijke bluswerk van een snel opererend openbaar bestuur. Zo lang de juridische en bestuurlijke zorgvuldigheid gewaarborgd blijft, is er niets tegen snel optreden. Mijn vraag is of de kwaliteit van de afhandeling de opluchting van de burgemeester rechtvaardigt. Ik zou toch nog een paar nachten met samengeknepen billen naar bed gaan. <<