Ik heb er vaker voor gepleit – radicale transparantie om zo tegenwicht te bieden aan geïnstitutionaliseerde en georganiseerde (politieke) belangen. Om zo te voorkomen dat journalistiek de uitkomst van lange en complexe onderhandelingen is in plaats van vrije nieuwsgaring. Enfin, om ons werk te kunnen doen, dus. Nu is daartoe ook een oproep vanuit de NVJ – en niet door de minsten.
Theo Dersjant is docent journalistiek aan de Fontys Hogeschool Tilburg, Frénk van der Linden is freelance interviewer, Clairy Polak is presentator/interviewer en Dolf Rogmans is hoofdredacteur van Villamedia en alle vier roepen ze op om in de komende verkiezingsstrijd alle afspraken met alle mannetjesmakers openbaar te maken. Om het journalistieke proces dus open te gooien en zo het product te verbeteren. Want, schrijven zij
Wij roepen journalisten op om onderhandelingsjournalistiek niet te laten verworden tot achterkamertjesjournalistiek. Om afspraken openbaar te maken. En politici of hun vertegenwoordigers erop te wijzen dat afspraken openbaar gemaakt (kunnen) worden. Om hun werk – kortom – op transparante wijze te verrichten.
Mooi. Prima. Onhaalbaar, maar dat geeft helemaal niet. De vraag is alleen: is openbaarheid voldoende en hoe gaan wij journalisten dat praktisch organiseren? Hoe ontsluiten wij de data van het journalistieke proces? Geven we het publiek de mogelijkheid om bij te sturen, doen we pas achteraf kond van wat er precies is gebeurd? Enfin – het initiatief is toe te juichen, nu moeten we heel hard gaan nadenken over de praktische uitvoering van transparantie. Anders blijft het bij een oproep waar geen enkele campagne-chef de billen van samenknijpt.
We moeten, om te beginnen, alternatieve invalshoeken en bronnen klaar hebben staan om bij een weigering van de campagne-machinerie transparant te werken, toch aan de slag te kunnen. Bij weigering gaan we door. Onze redactie heeft alternatieven die ons onafhankelijker maken van de campagne-machinerie. Dat kan bijvoorbeeld door de kloof tussen politiek en publiek te verkleinen, door actief bij ons publiek vragen in te zamelen, te ordenen, op relevantie en belang te selecteren en ze aan politici voor te leggen. Een dienstverlenende legitimiteit waaraan politici zich niet kunnen (en mogen) onttrekken.
We kunnen op basis van eigen onderzoek, onafhankelijk van de ‘campagne-machinerie’ de politieke plannen toetsen op reële situaties waar mensen in verkeren. Wat betekenen plannen van partijen voor personen? Wat zijn hun alternatieven voor voorstellen waar ze het niet mee eens zijn? Hoe zien alternatieve begrotingen er bij ons publiek er eigenlijk uit? We kunnen tools maken waarmee we ons publiek uitnodigen om zelf op de stoel van een nieuw kabinet te gaan zitten – welke coalitie hebben zij nodig en welke maatregelen voeren zij dan wel en welke niet door? Wat zijn breekpunten van de straat?
We kunnen we fact checken – wat gezegd is op waarheid controleren. Dat valt lang niet altijd mee. De waarheid is plooibaar, er is geen dichotome evaluatie van uitspraken; een goed en een fout. Er is wel altijd twijfel, nuance en dilemma’s. Er is afgewogen, keuzes komen voort uit traditie, cultuur of (interne en externe) machtsverhoudingen. Er zijn, kortom, heldere criteria op te stellen waarmee wij uitspraken kunnen toetsen. We moeten dus actief netwerken onder specialisten die klaar staan om de campagne vanuit hun specialisme te becommentariëren. Daarbij, ten overvloede maar toch, niet om goed of fout, maar om de context die feiten omhullen en onthullen.
We moeten ook dingen laten. We moeten wegblijven bij eindeloze peilingen-exegese: uitleggen waarom partijen en personen hun populariteit verliezen of juist winnen. Er is maar een peiling die er toe doet en die is op 12 september. We moeten wegblijven van strategie-nieuws. De intenties die ten grondslag liggen aan een uitspraak (dit doet de PvdA om zo de wind uit de zeilen van de SP te halen), is oncontroleerbaar non-nieuws. De consequenties van zijn veel interessanter dan de reden waarom iemand iets zegt. Want dat laatste, de consequenties, zijn straks voelbaar. Voelbaar voor ons publiek. Daar moeten we dus verslag van doen. Er zijn, kortom, verleidingen die we moeten weerstaan om de kwaliteit van wat we wel doen te verbeteren.
Er zijn legio mogelijkheden om op praktisch niveau inhoud te geven aan een transparante politieke journalistiek. Laten we, naast de intentie, werken aan standaards, protocollen en tools om straks, in het heetst van de strijd, die transparantie ook te kunnen verwezenlijken. Laten we zoeken naar oplossingen voor problemen waar we straks door overdonderd worden. Omdat politiek te belangrijk is om alleen aan politici over te laten. <<