We hebben een opdracht om een magazine te maken. We hebben een debat over de (on)afhankelijkheid van het product. We hebben een plank. Ons tijdschrift voor de stichting Vrienden van het Singelpark zoekt nu onderwerpen ! Onderwerpen die het park laten leven, bruisen, tastbaar maken. Of in ieder geval handen en voeten geven. En dat valt niet mee. Onderwerpen zoeken om over te schrijven is de essentie en tegelijkertijd de hard te kraken noot van journalistiek. Er zijn grofweg drie manieren om aan (goede) onderwerpen te komen: uit jezelf peuren, uit de gemeenschap peuren of uit de matrix laten voortvloeien.
Uit jezelf peuren heet ook wel inspiratie en dat komt op de meest vreemde momenten opzetten. Uit veel studies blijkt dat creativiteit en inspiratie vooral te maken hebben met … anderen. Vreemd genoeg komen mensen tot volle wasdom (zijn ze creatief) als ze veel contact hebben met anderen, als ze onderdeel zijn van (grote) en actieve netwerken. Het vermogen om op een goed idee te komen, is vooral het vermogen om om je heen te kijken en te luisteren. Creatief zijn is dus hard werken. En dat moet je niet alleen doen. Achter je bureau zitten wachten op inspiratie is zonde tijd. Beter is het te gaan surfen of achter je bureau vandaan komen. Er op uit! Beter nog: het park in en rondkijken.
Efficiënter is aansluiting te vinden bij mensen die al regelmatig in het park lopen en daar zo hun ideeën over hebben. Je peurt dan verhalen niet uit jezelf, maar uit een gemeenschap – crowdsourcing in goed Nederlands. Mijn probleem met crowdsourcing is dat het vaak wordt gepresenteerd als een eerste stap op weg naar iets moois; een middel om gebruik te maken van wat Clay Shirky de cognitive surplus noemt. Eerlijker is te stellen dat crowdsourcing weliswaar een middel is, maar ook een doel. Voordat je de gemeenschap met een goede slinger aan het werk hebt gezet, heb je heel wat werk verzet. De kennis van de massa gebruiken is, net als creativiteit en inspiratie, dus heel hard werken. En met deze blogs hoop ik op wat (mooie) resultaten.
De derde mogelijkheid om aan onderwerpen te komen, is gebruik te maken van de matrix en de plank. Logisch combineren, mindmappen, met een dialogue interieur is het mogelijk om op ideeën te komen. Bijvoorbeeld. In de plank hebben we de pijlers vastgesteld (economie, cultuur, natuur en historie). We weten dat verhalen over gebruikers en gebruik mogen gaan, liefst verdeeld over verleden, heden en toekomst. Stel ik combineer natuur met gebruiker in het heden. dan hoef je geen raket geleerde te zijn om te bedenken dat we natuurliefhebber zoeken.
Nu is de vraag: welke natuurliefhebber? Iemand met een pesthekel aan parken (kan voor mij a priori geen natuur zijn) of juist een liefhebber van stadsparken (bijzondere natuur)? Misschien allebei, misschien geen van beiden. De toon van de geïnterviewde wil ik niet bij voorbaat vastleggen. Dat laat ik aan de geïnterviewde zelf. Feit is dat we op basis van onze uitgangspunten een onderwerp hebben afgebakend en ik weet waar ik ongeveer moet zoeken voor een contactpersoon/bron. Zonder uren achter ons bureau te zuchten en steunen, zonder eerst een gemeenschap te moeten managen. Gewoon: logische deductie van aangereikte constanten. Ik heb er al een paar in de matrix staan. Ik nodig iedereen eens uit om met deze methode de matrix nog eens aan te vullen – of juist op een van de andere manieren.
Dus: we zoeken onderwerpen? Zoekt u mee? U kunt hieronder reageren, of uw gedachten hier kwijt of hier posten. En hier staat natuurlijk de plank van het tijdschrift – het dna van onze opdracht. Snuffel gerust rond!