Facebook maakt zich op voor haar eerste beursgang. The Wallstreet Journal berekende de waarde van het bedrijf tussen de 75 en 100 miljard dollar. En dat is veel voor een technische oplossing om ons aan het werk te zetten. Want laten we eerlijk zijn – welke content is van Facebook? Precies.
En terwijl Facebook moeiteloos de miljarden bij elkaar krijgt, stort in New York langzaam de Trust in – The New York Times, de grand ol’ lady van de geschreven pers, ziet haar advertentie-inkomsten en abonnees hard achteruit gaan. Zoals de Chinezen plachten te zeggen: het zijn interessante tijden. Vorig jaar besteedden we voor het eerst meer geld aan online advertenties dan offline en zochten we vaker naar nieuwe op onze computer, laptop of mobiele telefoon dan in krant, op radio of televisie. Je hoeft geen 2.0-goeroe te zijn om te zien dat er ‘iets’ aan de hand is, om te zien dat 2012 het jaar is dat de opkomst van sociale media is afgerond en de ondergang van de kranten (‘dode bomen’) toch echt structureel is ingezet. Je zou dit jaar, dramatisch, een keerpunt in de geschiedenis van de informatie kunnen noemen.
Maar wat is er dan veranderd?
De idee dat informatie en arbeid niet gratis zijn. In al ons enthousiasme verrichten we dagelijks noeste arbeid voor Facebook, Huffington Post, Twitter, Tumblr, WordPress, …, enz. Clay Shirky noemt het cognitive surplus – de vrije tijd die we steken in (unieke) kennis. Hij is dolenthousiast over de hoeveelheid en kwaliteit van al dat werk. Maar ja, hij heeft een baan aan een universiteit. Al die hard ploeterende bloggers niet. En hun kennis wordt handig afgetapt. Een briljant verdienmodel: je betaalt niets voor kennis en content. Je investeert in het vehikel waarmee je die informatie deelt. Voor je het weet, ben je zo groot, dat niemand meer om je heen kan – een klassieke monopolie.
Ook in Nederland gaan een aantal kranten over tot dit verdienmodel voor hun online activiteiten. Ze zoeken actieve bloggers, bieden hen de naamsbekendheid van de krantensite in ruil voor gratis content. Bloggers zien hun bezoekers aantallen stijgen, gaan zelf op zoek naar adverteerders. Iedereen blij. De krant de gratis content waar ze zelf ook weer mee op de advertentiemarkt kunnen werven. De bloggers blij vanwege het podium dat hen wordt geboden. De lezers blij omdat hun krant veelzijdiger informatie biedt en de adverteerders blij omdat ze nu nog specifieker hun doelgroep kunnen bereiken.
En allemaal omdat we gratis bergen werk verzetten. En al dat werk is nu 100 miljard dollar waard. Als de Wall Street Journal gelijk heeft, tenminste. Ik vind het wat magertjes voor al die uren die in Facebook zitten. En dan bedoel ik niet de technische oplossing te delen, maar in de content die wij maken en wij delen. <<