Toegegeven: Rosenthal hield een uitstekende speech over het belang van vrij internet en Den Haag heeft vrijdag 9 december ook geweten dat hij die afstak. Te gast was minister van Buitenlandse Zaken van Amerika, Hilary Clinton, die het belang van vrij internet onderstreepte door even langs te komen. Heel de Residentie was er voor afgezet. Dat haar regering tegelijkertijd een anti-piraterij-verdrag wil afsluiten waar die vrijheid vervolgens evengoed weer op de helling staat, deed er vrijdag even niet toe. Trouwens dat dossier ligt bij Maxime Verhagen en niet bij Uri Rosenthal. Het was een dag van vrijheid en blijheid.
En die samenvatting zou geen recht doen aan de liberale notie die Rosenthal in zijn (korte) speech centraal stelde: de vrijheid op internet is geen overheidstaak, maar een taak ook van de overheid. Samen dus: met de civil society (lastig begrip, maar toch), NGO’s en bedrijven. Rosenthal donderde nu eens niet de verantwoordelijkheid voor die vrijheid over de schutting, maar trok zijn beurs: 1 miljoen voor technologie, 5 miljoen voor de promotie van vrij internet. Te weinig, maar we gaan niet zeiken. Er zijn in deze tijden dossiers waar (harder) op wordt bezuinigd.
Nu nog de vraag: hoe precies? Hoe kunnen we een vrij internet als project onderdeel van het vrije internet zelf laten zijn? Hoe kunnen we, kortom, voorkomen dat de overheid en bedrijven de overhand nemen en we over een decennium erachter komen dat ze ons, burgers, toch weer in een onmogelijke situatie hebben gefrommeld? Garanties zijn er niet, maar burgers vanaf het begin bij dit belangrijke project betrekken, kan een drempel zijn voor overheden (ook de Nederlandse) en bedrijven de invulling van die vrijheid naar zich toe te trekken. Geen bloggers of ministers uit Amerika, maar de mensen die vrijdag even moesten omlopen.
Rosenthal heeft in zijn liberale speech een fundament gelegd en er een bedrag aan verbonden en dat verdiend een pluim. Net als zijn gastheerschap. Alleen de stoep, direct aan het ministerie, was voor voetgangers afgesloten, maar wie wilde, kon zonde probleem naar het station of de stad. Want de publieke ruimte moet wel gewoon publieke ruimte blijven. Ook als Hilary even langswipt. <<