Ik heb drie kinderen – drie zoons om precies te zijn. Twee gaan naar de crèche, de derde gaat naar school en de BSO. Elke dinsdag ben ik een dag vrij, net als zaterdag en zondag. We hebben met zijn vijven een aardig druk leven. We nemen ‘s ochtends rond acht uur afscheid van elkaar en zien elkaar ‘s avonds rond een uur of zes weer. Dan hebben mijn partner en ik gewerkt, kinderen opgehaald, moeten we nog koken, gezellig eten en de dag even doornemen en dan, hup, naar bed. Rond acht uur daalt in huize Van der Lubben een aangename rust neer. We hebben dan nog niks bijzonders gedaan, trouwens. Een kopje koffie, het Journaal en dan ga ik of mijn partner nog een uurtje sporten, hobbyen of we crashen met de afstandsbediening op de bank.
Toegegeven, daar gaat het helemaal mis.
Want dat kan niet, vindt minister Bijsterveld. Onze mentaliteit moet in de remake, want dit heeft meer weg van een luxe ontbijtbuffet dan betrokkenheid bij de opvoeding van de kinderen en het vervullen van mijn burgerplicht – wat dat ook moge zijn. Bijsterveldt geeft toe, ze kan niemand dwingen (wat overigens niet waar is, want dwingen kan ze als overheid natuurlijk wel. Ze bedoelt waarschijnlijk dat ze dat niet wil.), maar ouders moeten meer betrokkenheid tonen. Bij hun nageslacht, bij de school van hun nageslacht, bij de samenleving. Dat kan niet allemaal gecombineerd, dus moeten wij kiezen tegen sociale contacten, vrijetijdsbesteding, werk en onszelf. Het leven is in Bijsterveldts analyse een zero sum game – de tijd die je besteedt aan het één gaat verloren voor het ander. Dat is een juiste analyse, overigens. Er zitten maar 24 uur in een dag. Maar ik maak liever zelf uit hoe ik die invul en welke hulp ik nodig heb om dat voor elkaar te krijgen.
Vermoedelijk zal de komende week de afdeling communicatie van minister Bijsterveldt uitleggen dat ze het zo allemaal niet heeft bedoeld. Waarschijnlijk wilde ze een knuppel in het hoenderhok, wilde ze nu eens een fundamentele discussie over de rol en taakopvatting van jonge ouders. Ouders die in haar ogen vooral heel druk zijn met zichzelf en kinderen en opvoeding uitbesteden aan professionals en die steeds kritischer volgen, terwijl ze ook een eigen verantwoordelijkheid hebben. Dat is ook een mooie discussie, een nuttige en op zijn tijd misschien ook wel noodzakelijke discussie. Maar ik voer die liever met mijn partner. Want met haar moet ik toch kiezen van dat luxe ontbijtbuffet waarvan we niet alles op ons bordje kunnen schuiven. Ik heb de minister daar niet bij nodig. Dus als ze aanbelt, blijft mijn voordeur dicht. Ze heeft erachter niets te zoeken. <<