Het constipatieve kabinet zat niet met de reactie op Davids in haar maag, maar timede die. De Commissie de Wit had nog niet iedereen gesproken – mensen konden nog schade oplopen. Nu niet meer.
Alleen Jort Kelder was ontevreden. Maar dat is hij altijd. En Jeroen Smit – auteur van De Prooi. En anglofielen, waaronder ik, die tot diep in de nacht smullen van debatten in het Britse Lagerhuis. Ontevreden over het niveau van de vragen, over het aanpakken van zoveel financieel geweld tegenover hen. Commissie de Wit kwam stotterend op gang. Iedereen (lees: partij) zijn eigen gesprekje, dus niet refereren naar hetgeen je collega heeft laten liggen. En naarmate de tijd voortschreed, meldden zich steeds Bekendere Bankiers zich. Groenink, Wellink (twee keer) en uitiendelijk onze kersverse Nationale Bankier Bos.
En daarom duurde de reactie op het rapport Irak zo lang. Alle betrokkenen wilden eerst weten welke averij toezichthouders en minister liepen in de diepste vertrouwenscrisis van na de Tweede Wereldoorlog. Als Wouter was gestruikeld bij de Wit, had het CDA haar gram kunnen halen in de brief met reactie aan de Kamer. De PvdA zou geen poot hebben om op te staan. Nu verkiezingen is immers zelfmoord. De sociaal-democraten hadden hun oren moeten laten hangen naar de christen-democraten en zich moeten voegen in een protestants-pauselijk epistel.
Wouter struikelde niet bij De Wit. Hij hield stand – en hoe! Terecht of onterecht, spitst de publieke opinie zich toe op de krokodillentranen van Groenink die tegen zijn zin in 30 miljoen euro zakgeld moest toucheren. Bos merkte op dat het vooral de bank zelf was die zo in de problemen was geraakt. Groenink merkte terecht op dat opsplitsen nooit had gemogen (lees: DNB en MinFin hadden de verklaring van geen bezwaar niet moeten afgeven). Hij was altijd tegen geweest. Beide heren gingen met rechte rug en opgeheven hoofd weer naar huis. Groenink naar zijn duurzame energie-projecten. Bos naar die brief die er nu wel uit kan. Hij hoeft weer even naar niemand zijn oren laten hangen. Straks pas, naar de kiezer. Maar nu nog even niet. <<