De Occupy-beweging is volgens critici geen lang leven beschoren. Als de demonstranten tegen globalisatie, banken, kapitalisme, dierenleed, mensensmokkel, anti-anti-immigratie, rechts-populisme en wat al niet meer al niet wegspoelen door de regen van de komende dagen, dan valt de ‘beweging’ wel uit elkaar door een gebrek aan gemeenschappelijk doel.
Over de weerbarstigheid (of weervastheid) van de demonstranten doe ik geen uitspraken. Het gebrek aan doel is mijn inziens eerder een voor- dan een nadeel. Orthodoxie en dogmatisme splijten. Ze splijten eerder dan de eclectische benadering die nu in diverse financiële centra all over the world aan de bezetting van parken en perkjes ten grondslag ligt. Doelloos rondhangen, vraag het ouders van pubers maar eens, kan heel, heel lang duren.
De vraag is wanneer de beweging de politiek raakt en wie daar dan het meeste profijt van heeft. Nemen de Democraten de beweging liefdevol op in hun midden om, minus de scherpe kantjes, de onvrede tegen de uitwassen van het vrije markt-denken te kanaliseren? Of slagen de Republikeinen er in de beweging als een uitwas van doorgeschoten liberalisme te (de)kwalificeren om zo de stemmen van een zwijgende meerderheid in harde, politieke munt om te zetten? Twee ‘woordvoedrers’ van Amerika’s politieke kloof becommentarieerden de beweging vanuit hun eigen ideologische verenpak en kwamen beide tot dezelfde conclusie.
Glenn Beck, rechtse talk radio host en woordvoerder van de Tea Party noemde de beweging al een nieuwe vorm van funemployement. Demonstranten hebben helemaal geen baan, evenmin de behoefte om te werken aan de wederopbouw van Amerika: ze zijn verwend en ontevreden. Obama sprak zijn begrip al uit voor de onvrede die de beweging lijkt te voeden. Onvrede die de Amerikaanse politiek (volgens de president) in een houdgreep heeft en zó de wederopbouw van Amerika frustreert
De beweging heeft geen doel, Beck als Obama verwoorden wel heel precies het principe. Onder paraplu van de onvrede organiseert zich een uitdijende beweging Amerikanen en steeds meer Europeanen. Die onvrede richt zich tegen ‘het’ systeem en het is vrij aan (individuele) deelnemers in te vullen welk radertje van het systeem dan precies wordt bedoeld. Dat maakt de beweging lastig op te nemen in een politieke beweging (Democraten). En lastig om, vanwege de veelzijdigheid, zich tegen af te zetten (Republikeinen). Het maakt de beweging wel fit – fit to survive. Geen leiders, geen dogma’s, geen programma betekent geen houdbaarheidsdatum. Deze beweging, hoe veelkleurig en veelzijdig ook, blijft nog wel even actief. <<