Het beeld van Londens morele machtsvacuüm kan niet treffender worden geschetst dan jongeren die de rugzak van een bebloede leeftijdsgenoot leeghalen terwijl hij probeert zijn bloedneus te stelpen. De verbazing van de filmmaker en de jongen zelf spreken boekdelen, net als de afwezigheid van politiek of hulpdiensten en het totale gebrek aan verontwaardiging bij de omstanders. Niemand die hier een grens trekt, de berovers aanspreekt en het slachtoffer zijn spullen weer teruggeeft. De cynische conclusie: de Britse jeugd is moreel en financieel failliet.
Maar we zien ook beelden van Londenaren die vuilniszakken uitdelen, letterlijk de handen uit de mouwen steken en de ochtend na de rellen bewapend met bezems de straat op gaan om op te ruimen. Een man vertelt op televisie dat hij dat beeld hoopgeveneder vindt dan de 16.000 agenten (Let wel: de helft van de totale Nederlandse capaciteit) die ‘s nachts de straten met rubberen kogels proberen schoon te vegen. De spontane schoonmaakactie verbeelt een moraal van onderop, van directe actie in de directe omgeving. En die actie van onderop roept een prangende vraag op: Vanuit welk beeld moeten we deze morele situatie analyseren?Vanuit het vreselijke geweld of vanuit de vele burgerinitiatieven die daarop volgen?
Conservatieve politici, gezagdragers (die zich volledig hebben laten verrassen), winkeliers en eigenaren van afgebrande auto’s zullen de situatie vanuit het naakte geweld bezien. Hun roep het leger in te zetten, zwol daags na de rellen in Londen in volume aan. De ‘politiek’ antwoordde dat het Britse leger geen openbare orde kan handhaven. Feitelijk en historisch onjuist: de Britten hebben kostbare ervaring opgedaan in Noord Ierland en zijn uitstekend in staat om burgeroorlog-achtige omstandigheden het hoofd te bieden. De roep om het leger is dus niet zo vreemd, de imago-schade van patrouilleerde troepen één jaar voor de Olympische Spelen gi-gan-tisch. Een klap in het gezicht van een stad die zich tot nu toe bijzonder soepel voorbereidde op het grote evenement.
Jeugdwerkers, politie op straat, ouders van ontspoorde jongeren en links-Londen zal de situatie bezien vanuit de schoonmaakacties. Zij zullen aandringen in dit sociale kapitaal te investeren en het niet met een brigade Britse militairen nog eens aan te stampen. Het rendement op dat sociale kapitaal kan door samen op te ruimen (actie) en zo onderling kennis te maken (relaties) worden vergroot. De overheid investeert in bezems en vuilniszakken. Deze moraal-van-onderop vereist wel verontwaardiging over de plunderingen, aangewakkerd door persoonlijk leed of leed bij mensen direct in jouw omgeving. En het gevoel dat iets doen ook bijdraagt aan de verbetering van de situatie. Dat kan door straten die overdag zijn teruggewonnen door burgerfatsoen, ‘s avonds niet weer ten prooi te laten vallen aan wetteloosheid.`
En misschien zijn beide lezingen te combineren – ‘s avonds keihard optreden, overdag actief burgerinitiatieven ondersteunen. Repressie en opbouwen, oppakken en inhaken. De rellen bieden mogelijkheden aan ijzervreters en theedrinkers. Nu nog het leiderschap dat beide op elkaar afstemt en duurzaam met elkaar verbindt. Want alleen oppakken of alleen opruimen is niet genoeg. <<