Nobelprijs-laureaat, econoom en NYT-columnist Paul Krugman is het zat dat zijn land gebukt gaat onder de willekeur van S&P. Ze zouden begrotingen niet kunnen interpreteren en wanneer heeft S&P ooit een rating bijgesteld zonder voorafgaande onrust op de markt? Nooit, denkt Krugman. De Verenigde Staten maken er een potje van, geeft ook Krugman grif toe. S&P spant wat hem betreft de kroon en de markt loopt er blind achteraan. De crisis wordt gevoed door amateurs. Hij citeert in een primaire reactie op de ‘bijstelling’ van ‘die amateurs’:
Apparently we’re supposed to care about what some idiots at some corrupt organization think about anything.
Een reactie op zijn column herinnerde lezers er fijntjes aan dat S&p de toxic assets (sub-prime leningen) een AAA gaf. Die geschiedenis is gevoegelijk bekend en volgens Krugman zitten we nog midden in de bankencrisis die daaruit voortvloeide. Krugman leest die reacties en schreef
… it’s hard to think of anyone less qualified to pass judgment on America than the rating agencies. The people who rated subprime-backed securities are now declaring that they are the judges of fiscal policy? Really?
Aan Krugmans keiharde oordeel over de S&P’s van deze wereld gaat mijn inziens nog een vraag vooraf: hoe kun je in vredesnaam de Amerikaanse economie, ‘s werelds grootste en complextste ter wereld reduceren tot AAA of AA+? Met andere woorden: wat zegt die ‘+’ ten opzichte van die derde ‘A’ als je het tegen de gehele Amerikaanse economie afzet? Statistieken zijn vooral bedoeld om data te comprimeren om er zo mee te kunnen rekenen. Er is echter een grens waarna je dat niet meer moet doen. S&P lijkt mij ver over die grens te zijn gegaan.
AAA of AA+ betekent dat er heel veel data over de Amerikaanse economie is weggeredeneerd. Zo verarmd de grondstof waarmee je conclusie voedt. Er is een economische parallel: het BNP van een land. Over de keper beschouwd kunnen we met het cijfer vaststellen of er sprake is van economische groei (of niet), de verdeling van inkomens kunnen we we er niet aan aflezen. Een toplaag die steeds rijker wordt op een basis die arm is, maar niet armer wordt, zien we terug in een stijgend BNP, maar daarin is de scheve verdeling van de inkomens niet terug te zien.
Vertaald naar S&P: wat drukt de rating niet uit? En, stel: je kunt de economie al reduceren tot AA+, is het dan zo’n vreselijke verrassing dat het niet goed gaat met de Amerikaanse schuldenlast? Dat wisten we eerder – Krugmans oordeel dat ook S&P de markt volgt, maar ons niet behoedt voor ernstige problemen. Want dat lag aan de basis van de bureaus – het verstrekken van informatie aan beleggers toen objectieve informatie nog schaars was.
Nu is er genoeg data op internet te vinden om zelf conclusies te trekken over de staat van de Amerikaanse economie. We hebben de S&P’s helemaal niet nodig, tegelijkertijd zijn de consequenties van hun rekensommen gigantisch. Een verlaging van hun rating betekent immers een hogere rente over de uitstaande schuld. Rente drukt het risico uit het uitgeleende geld niet terug te krijgen en is omgekeerd evenredig met de rating van een land: hoe lager de rating, hoe hoger de rente (en andersom).
Precies die spagaat, onnodig en toch gigantische consequenties, voedt mijn vermoeden dat de rating agencies de komende weken door politici en publiek worden vermorzeld. Het Witte Huis heeft de aanval al geopend, Warren Buffet zou Amerika vier A’s geven (als het zou kunnen) en in Europa gaan stemmen op om eigen rating agencies op te zetten. Nog even en S&P gaat zelf down the drain. Want meten is weten, als je weet wat je meet. En de AA+ roept meer vragen op dan dat het antwoorden geeft. Daar hebben politici, in tijden van crisis, een broertje dood aan. Over het publiek maar te zwijgen. <<