Ik kreeg wel een oproep, maar geen tips van profs hoe een kind voor te bereiden op de griepprik. Mijn aanpak levert een nerveuze Otto op. Teun heeft nog geen idee.
Een plek van vervlogen hoop – dat moet de hel zijn. Vaccinatiesportzalen zijn dan het voorportaal. Kinderen die hopen dat de injectienaald aan hun voorbijgaat. Ouders die moedwillig hun kinderen laten lijden om het risico op griep te verkleinen. Niet uit te sluiten, niet gegarandeerd te voorkomen – neen, slechts te verkleinen. En met al die kids in een grote sportzaal is het moeilijk vol te houden dat het risico inderdaad daalt. Er hoeft maar één virusdrager wat wild om zich heen te niezen en we zijn allemaal, kinderen en ouders, aan de beurt. De eerste prik beschermt nog niet. We mogen over twee weken op herhaling.
De operatie is indrukwekkend. Otto en Teun kregen allebei een oproepkaart en een ingewikkelde matrix met geboortedatum en prikplek. Door de woonplaats te vergelijken met de maand van geboorte, rolde er, alsof ik een geheime code brak, een plaats en tijdstip uit waar ik me met de jongens mag melden. Dat is straks – om 10.15 in een sportzaal. Ik vrees dat alle toegangswegen tussen hier en daar vaststaan. Of ouders rekening willen houden met de kleding – de naald gaat in het bovenarmpje. Ingewikkelde truien of rompertjes – daar hebben de professionele prikkers geen zin an.
Wat ik mis zijn handige tips over houdgrepen waarin ik Otto straks even kan fixeren zonder hem pijn te doen? Wat zeg je tegen een kind dat gaat lijden? Wat zeg je tegen jezelf? Ik kan me op zich indenken dat ouders daar geen zin an hebben en daarom afzien van vaccinatie. Al moeten die uiteraard uit hun ouderlijk gezag worden ontzet. Leid je de prik in of verzwijg je die – alsof het een (onaangename) verrassing is? Geef je een cadeautje na afloop? Snoep? Een aai over de bol? Ik had een handige folder ‘Verklein het leed van kleintjes’ verwacht. Een handleiding hoe ouders voor, tijdens en na de prik met hun kinderen kunnen omgaan.
Nu zit ik al een paar uur met een hyperdepiepe Otto en een niets vermoedende Teun. Vooral over de laatste maak ik me zorgen.Otto wordt boos, schreeuwt en schopt en stapt er dan overheen. Teun kijkt me het komende weekend niet meer aan. Die komt maandagochtend voor het eerst weer eens een stukje koek scoren. De vaccinatie is dus een gezellige start van mijn weekend. Not!