In een uitstekende analyse schetst historicus en Guardian commentator Timothy Garton Ash de overeenkomsten tussen de Amerikaanse en Europese financieel-economische problemen. Beide liberaal-kapitalistische systemen lijken op het eerste gezicht aan verschillende ‘ziekten’ te lijden; onder het oppervlakte is er één opvallende overeenkomst:
Our financial system, which privatised profit and socialised risk, must bear a significant part of the blame. (…) So must relentless consumerism, with advertisers discovering ever more refined ways to manufacture “needs”. So must postwar baby boomers’ expectations of ever more healthcare, welfare, social security and pensions: a fair aspiration, you might say, were it not bought at the expense of our children.
Een politiek-van-de-kortste-termijn helpt dan niet. Het lef om nu impopulair te zijn omdat het land er anders over enige tijd pas echt heel erg slecht bijstaat, lijkt uit zowel de Europese als Amerikaanse politiek te zijn verdwenen. De Republikeinen weigeren belastingverhogingen door te voeren, Europese leiders weigeren de Griekse knoop door te hakken.
This is a politics that is hyper-responsive to money, special interests, media campaigns, pressure groups, focus groups and the latest opinion poll or sub-national election. It’s no accident that Washington and Brussels compete for the title of lobbyist’s paradise. It turns out that what both these huge, sprawling polities, the EU and the US, do better than anything else is the aggregation of particular interests – and the appeasement of as many of them as can be appeased at any one time.
Hulde voor Garton Ashs analyse.