Rechts-conservatief Amerika kruipt uit haar schulp. Of beter gezegd: laat steeds vaker zien waartoe het al jarenlang in staat is.
Op een flinke steenworpafstand van het J. Edgar Hoover gebouw – het hoofdkantoor van de FBI – zetelt FreedomWorks. De rechts-conservatieve parapluorganisatie kan rekenen op enthousiaste steun van, naar eigen zeggen, 800.000 Amerikanen.
‘FreedomWorks drives policy change by training and mobilizing grassroots Americans to engage their fellow citizens and encourage their political representatives to act in defense of individual freedom and economic opportunity.’
Op de internetsite kondigt de club de strijd aan tegen de horrors van links. Dat doet FreedomWorks al acht jaar – ruim voor de verkiezing van Obama dus. Het is voor veel met name linkse Amerikanen een bevreemdende casus: rechts-conservatief Amerika dat zich bottom-up organiseert en die linkse tactieken gebruikt om hun politieke tegenstanders het leven zuur te maken.
Zo verstoorden right wingers menig town hall meeting van Democratische senatoren en congresleden die hun zomdervakantie aangrepen om eens met hun achterban van gedachte te wisselen. ‘Nooit zagen we in de moderne geschiedenis van Amerika de rechtervleugel op straat demonstreren’, schrijft Michael Tomasky in The New York Review of Books.
Conservatives who oppose Roe v. Wade march on Washington every January 22, the anniversary of that 1973 decision; but aside from that single issue and that single day, the American right over recent decades has, until this summer, carried out its organizing in a comparatively quiet fashion, via mimeograph machine and pamphlet and book and e-mail and text message, and left the streets to the left.
Moet links zich zorgen maken? Of is er voor de neutrale toeschouwer dan eindelijk sprake van een (gelijkwaardig) politiek debat waar we allemaal van profiteren? Normaliter daalde rechts Amerika niet af naar de straat, lezen we in Tomasky’s artikel. Nee, de Heren van Rechts bestookten links, heel chique, met pamfletten, denktanks en een goed gefinancierde lobby in het Witte Huis, de Senaat en het Congres. Het (soms emotionele) activisme van deze zomer staat daar haaks op en dat verrast.
Onterecht.
Conservatief Amerika kent een langere aanloop dan de verkiezing van Obama of diens health care programma. Die aanloop is door John Micklethwait en Adrian Wooldridge prachtig beschreven in The Right Nation – Conservative power in America. Hun eenvoudige, doch snel vergeten conclusie: rechts is nooit weggeweest en heeft zich nooit heel anders georganiseerd of gedragen dan links. We moeten ons niet blind staren op verkiezingsuitslagen, maar één analyseniveau naar beneden afdalen – de burgers en hun organsiaties.
Daar, op straatniveau, woedt een constante strijd tussen links en rechts, waaruit soms een democratische, soms een republikeinse president voortkomt. Niet andersom. Het is namelijk niet de president die de maatschappelijke scheidslijnen definieert, maar de scheidslijnen die de inwoners van het Witte Huis aanwijst. En het ziet er naar uit dat conservatief Amerika in casus de health care discussie een rechtse directe heeft uitgedeeld. <<