Het debatje om de leuk met WvC; internet in relatie tot revoltes (of breder: informatie en communicatie in relatie tot regime changes); Morozovs The Net Delusion en, last but not least de ontwikkelingen in het Midden-Oosten/Noord-Afrika zelf, zetten mij dit weekend lange tijd voor mijn zeer bescheiden boekenkast, op zoek naar een invalshoek. Eén boek, Chalmers Johnsons Revolutionary Change zette mij op een revisionistisch spoor. Daarin het volgende citaat:
‘… revolutions must be studied in the context of the social systems in which they occure. … Some scholars who have failed to take the contigent nature of revolution seriously have explored revolutionary behavior as if it were a relatively isolable and discrete phenomenon. They have, in effect, reduces sociology of revolution to the comparitive study of the techniques for seizing power [1982, p. 5].’
In de vele evaluaties van ‘Tunesië’, ‘Egypte’ en ‘Libië’ ging het volgens mij hier mis: we hebben de middelen van de revolutie verward met de (sociale) omstandigheden waardoor ze kon plaatsvinden. Want daarover, het opheffen van (sociale) barrières om in opstand te komen, zoals Johnson het ontstaan van revoltes beschrijft, moet het in de evaluaties van ‘Tunesië’, ‘Egypte’ en ‘Libië’ gaan. Probleem is dat het daar nauwelijks om gaat. Ik ben de afgelopen weken niet veel wijzer geworden over het regime Mubarak of de preciese ins en outs van Khadafi. Wel over de veronderstelde kracht van sociale media.
Dat zegt meer over onze pre-occupatie met tools als Twitter en Facebook dan met de doodstrijd die in deze landen is geleverd.
Dus: Welke factoren in het Tunesische en Egyptische regime (of sociale systeem) maakte deze opstand mogelijk? Als Mubarak zo’n autoritair heerser is, hoe kunnen de Egyptische instituties dan zo kwetsbaar blijken? Of (hoe cynisch): zijn die helemaal niet kwetsbaar en was het slechts Mubarak die kwetsbaar bleek? Is hij door de instituties geofferd? Is er dus helemaal geen sprake van een wezenlijke verandering, behalve een persoonlijke en functionele verandering? Het zijn onbeantwoorde vragen. De antwoorden verspoeld door de tsunami in Japan en door stof aan onze blik onttrokken door bombardementen in Libië.
De revolutie is toegeschreven (sterker: gereduceerd) tot een Twitterrevolutie. Kort samengevat: zonder sociale media geen opstand, zonder opstand geen vertrek van Mubarak en door zijn vertrek nu een afgeronde revolutie. De aanloop van deze revolte (hoge inflatie, hoge werkloosheid, groot aandeel hoog opgeleide jongeren, de marteldood van een leeftijdsgenoot in Alexandrië, de frauduleuze verkiezingen van december 2010) zijn zo ver naar de achtergrond verdwenen, dat we ze uit het oog hebben verloren.
Is het erg om Tunesië, Egypte en Tunesië samen te vatten als een Twitterrevolutie? Ja. We staren ons dan namelijk dood op twee voorwaarden voor nieuwe revoltes: een autoritair regime in combinatie met een goed ontwikkelde blogosphere. Alleen in landen waar beide factoren samen voorkomen, kunnen we een revolutie of revolte verwachten.
Zo bezien kunnen we voorlopig Noord-Korea en Burma van ons lijstje van usual suspects schrappen. Alleen de toplaag van de heersende elite is op internet aangesloten. De bevolking is lijdzaam slachtoffer van een ijzeren greep dat hen langzaam uitknijpt. En China? Daar zijn toch veel burgers actieve internetters? Dat land heeft een Grote Schakelaar waarmee ze in één klap Het Net kunnen uitzetten. Dat is al eerder gebeurd – tien maanden lang. Rusland dan? Veel internetters en geen Grote Schakelaar? De vraag is of daar een regime is waartegen je je kan afzetten.
De nieuwe stelregel blogosphere plus social media is opstand moet haar gelijk nog bewijzen. Tot dan is het verstandiger om op alle mogelijke manieren hard tegen ondemocratische regimes waar mensenrechten met voeten worden getreden, op te treden. Daarbij is contact met bloggers belangrijk, het volgens van tweets onmisbaar. Maar om echt te begrijpen wat er zou kunnen gebeuren, is dat allemaal niet genoeg. Ouderwetse diplomatie, journalisten die hun nek wagen en contacten met dissidenten blijft belangrijk. En duur. Duurder dan achter je computer tweets monitoren. <<