Geen baan, geen huis, no future. Verklaringen voor het actuele onderbroken evenwicht in de Nederlandse politiek moeten we niet zoeken in revolutietheorieën uit de jaren zestig, maar in de sociologie van de jaren tachtig.
In 2005 schreef ik samen met Jouke de Vries over een ‘onderbroken evenwicht’ in de Nederlandse politiek – niet wetend dat dat het huidige evenwicht zo instabiel kan zijn. Toen zochten we naar een verklaring voor de uitdager van het systeem – Pim Fortuyn – vooral in revolutie theorieën uit de jaren zestig en zeventig. We hadden een decennium later moeten kijken: de jaren tachtig. Ook toen waren we economisch en moreel failliet en over oplossingen hopeloos verdeeld.
Net als toen hebben jongeren nu geen toegang tot de woningmarkt (op slot), worden ze en masse ontslagen (first in, first out) en kunnen ze hun pensioen op hun buik schrijven. Tegelijkertijd wordt er een steeds zwaarder beroep op hun solidariteit gedaan. Zij moeten de verzorging van inactieven ophoesten en dat bedrag wordt alleen maar groter.
En net als in de jaren tachtig staan ze zonder politieke of bestuurlijke compensatie aan de zijlijn. Buiten spel. Jongeren moeten niet zeiken, maar aan de slag. Kinderopvang of geen kinderopvang, baan of geen baan, woning of geen woning, invloed of geen invloed: die schouders moeten eronder anders gaan we down the drain. Dat is de politieke boodschap uit Den Haag – net als in de jaren tachtig. Het gaat nu even niet om wensen, maar om herstel.
Er zijn ook verschillen. Vooral in Den Haag. In 1982 was de VVD de grootste winnaar. Onder Ed Nijpels wonnen de liberalen maar liefst tien zetels. De partij was echter niet de grootste, zoals nu. Het CDA verloor weliswaar toen ook, maar het verlies bleef bij drie zetels (en kwam op 45 zetels). Inj 1982 won de PvdA (3 zetels)en werd met 47 zetels de grootste. Nieuw was ook de Centrumpartij van Janmaat. Een extreem rechtse partij (net als de PVV, als we de wetenschappers mogen gelozen) in de Kamer. Nu met 24, toen met maar 1 zetel.
Belangrijke overeenkomst met 1982: ondanks het verlies van het CDA in 1982 en het feit dat de PvdA toen de grootste partij was, kwam er toch een centrum rechts kabinet. Belangrijk verschil: nu hebben we een kabinet met gedoogsteun gebaseerd op 76 zetels, toen een meerderheidskabinet op basis van 83 zetels. Overeenkomst: de sociaal-democraten stonden toen aan de zijlijn. Net als nu was in 1982 dus sprake van een fors links blok in de oppositie.
Maatschappelijke onvrede, een ernstige economische recessie, een culturele clash (zowel politiek als maatschappelijk) en een op hande zijnde kroning: er zijn veel prachtige parallellen met de jaren tachtig. We moeten de revolutietheorieën uit de jaren zestig weer in onze boekenkast zetten en ons verdiepen in wat A.F.Th. van der Heijde de tandeloze tijd heeft genoemd. Hedonistisch individualisme gekoppeld aan politiek-maatschappelijke versnippering. Als de parallel klopt, is het wachten op een technologische innovatie die ons uit het slob trekt. Uiteindelijk maakte de computer – meer specifiek: DOS en IBM – een einde aan die jaren tachtig. Mijn vraag: welk ‘besturingssysteem’ trekt ons uit dit moeras? <<