Tweewekelijks een column over een nummer. De column en het nummer worden zondag uitgezonden op Unity FM in het radioprogramma Soulfood. Aanstaande zondag de eerste aflevering: over het verschil tussen oorlog en strijd (en The Band Played Waltzing Matilda – The Pogues).
Er zijn weinig menselijke rampen – rampen die we echt zelf kunnen voorkomen. Oorlog is er een. Oorlogen zijn catastrofale rampen waarvan we het gezicht maar al te goed kennen.
De oorlog is een militair met zware bepakking. Onzichtbare kogels op een onzichtbare vijand. Lichtspoormunitie dat uiteenspat op pantser of muur. Het is een helikopter boven een woestijn, een computerspelletje in zwart wit. En heel veel analyse eromheen – van slimme mannen (zelden vrouwen) die weten hoe het moet eindigen. Oorlog zien we dagelijks. Maar strijd zien we liever niet.
Liever geen kinderen met ogen vol radeloze angst, in de armen van al even radeloze ouders. Liever geen afgerukte ledematen, doorboorde hoofden, de tranen van verkrachte vrouwen, vliegtuigen vol bodybags of The Last Post. Massagraven van halfverteerd vlees op blanke botten. Liever geen executies. Doe maar niet. Houd maar op.
En er is helemaal niets mis met die wens om oorlog wel, maar de strijd niet te laten zien. Als zelfs professionals nachtmerries krijgen van de verschrikkingen die mensen elkaar aandoen, mijn God, wat krijg ik er dan wel niet van?
De strijd is alleen te behapstukken als we haar voorverteren – als we haar laten onderduiken. In literatuur en muziek. In verhalen met personages die vertellen hoe het was. Personages die verminkt uit de strijd komen om kond te doen van hetgeen hen uit de slaap houdt. Post-traumatische depressie vertalen zich uitstekend in prachtige teksten. Die willen we wel.
Eric Bogle, een Schot, schreef in 1971 een nummer Het vertelt het verhaal over de Slag bij Gallipoli – een ultieme poging om in 1915 het front aan het westen te ontlasten. De operatie loopt uit op een ramp – een catastrofe zo u wilt. Tienduizenden geallieerde soldaten komen om het leven. Saillant detail: Chruchill is de architect van de landing. Ja, de man die de Tweede Wereldoorlog een gezicht gaf, zoals de bergen vermoorde joden de Tweede Wereldstrijd verbeelde. Die liever niet.
In dat nummer komt één zin voor: één zin die volgens mij oorlog & strijd definieert. Het nummer omschrijft het persoonlijke drama dat na een staakt-het-vuren nog jaren door kan etteren. Waaraan we veteranen steeds aan herinneren. Maar op zijn rug, in het ziekenhuis, van zijn benen geblazen door Turks artillerie, komt de alwetende verteller tot een cynische conclusie over strijd en oorlog
Never knew there were worst things than dying
Als de dood zelfs geen soelaas meer biedt, dan ben je in de ergste strijd denkbaar terechtgekomen: die tegen jezelf. Daarom mijn keuze: And the Band Played Waltzing Matilda in een uitvoering van The Pogues. <<