James Blunt, zanger van lieve liedjes, is actief Twitteraar. Een deel van zijn energie gaat op aan het dissen van tweeps die weinig met hem op hebben. Blunt doet dat bijzonder intelligent en van zijn repliek is veel te leren. McVittie, Sambaraju & Bain (2020) onderscheidden op basis van tweets en literatuur vier strategieën waarmee Blunt de hoofdprijs van een stevige belediging veilig stelde: het laatste woord.
Het paper van de onderzoekers (in het verder bloedserieuze Language & Communication) zocht in de literatuur naar nut en noodzaak en strategieën om met beledigingen in gesprekken om te gaan en is een prachtig voorbeeld van een kwalitatieve inhoudsanalyse. Een belediging is niet altijd pijnlijk, maar kan ook socialiseren. De grens van het toelaatbare is binnen een groep een belangrijke lakmoestest voor onderlinge verhoudingen die alleen duidelijk blijven als ze af en toe worden overtreden. Nee, een belediging is niet per se een schande of schadelijk, maar kan ook een in- en outgroup definiëren om zo eenheid te smeden. Tot zover de theorie.
De onderzoekers gooiden hun net uit op Twitter waar de belediging, maar vooral de repliek, met karrenvrachten tegelijk binnen kunnen worden gehaald. Het corpus richt zich op de Britse zanger James Blunt. Zijn tijdlijn is, net als andere, een op schrift gestelde dialoog, de belediging een bijzondere vorm daarvan. Anders dan in een civiel gesprek, gaat het bij een belediging om het laatste woord. Wie afhaakt, verliest en de ander kan het ‘strijdperk’ met opgeheven hoofd verlaten. Is er, wilden de onderzoekers weten, in de mestvaalt van het menselijk onfatsoen nu enige lijn te ontdekken? Is er een structuur aan te brengen in de onbedwingbare behoefte om anderen te beledigen?
Ja, die is er.
De onderzoekers komen met sprekende voorbeelden waarmee ze vier standaard antwoorden onderscheidden. Zo tweet “@Drew37: @James blunt is one ugly mother fucker” (en dat is helemaal niet aardig). Blunt negeert de aanval niet, maar antwoordt met (een retweet) “And how’s your modelling career going?” Een typisch voorbeeld van wat de onderzoekers het ascribing category membership to first contributor noemen. Blunt doet in zijn antwoord namelijk twee dingen: hij benoemt eerst een categorie waartoe zowel degene die beledigt als hijzelf behoren (in dit geval ‘model’ waarin ‘mooi’ en ‘lelijk’ kwaliteiten zijn) en neemt binnen die categorie vervolgens afstand van de belediger door te suggereren dat @Drew37zelf een mislukt model is.
De tweede strategie haakt aan waar de belediger zichzelf identificeert met hetgeen hij of zij beledigt (volgens de onderzoekers taking up first contributor self-identification). Een (hilarisch) voorbeeld: @Ollie74 tweet “@JamesBlunt looks like my left testicle”. Blunts repliek: “Then you need to see a doctor.” Of deze: “@Jessie78: I cannot put into words how much I hate James Blunt.” Blunt: “Try singing it.” Blunt werpt zich op als hulp bij de het benoemen van de beledigers eigen identiteit.
De derde strategie is de syntactische echo. De belediging is van @Emery93: “That James Blunt song is utterly horrific, horrific.” Blunts antwoord echoot de syntaxis: “Yet so many people bought it, bought it.” Of deze: @Dave43 tweet: “James Blunt is a pathetic cunt #obviousrhymes.” Blunt rijmt terug: “Dave43 smells a little bit of wee #notsoobviousrhyme“.
De laatste strategie is de zogenoemde co-productie van kritiek (in nette termen: co-constructing criticism for himself). Het idee is dat Blunt niet helpt bij het benoemen van de identiteit van de belediger (vorige strategie), maar helpt om de kritiek op hemzelf te verwoorden. Daarmee ridiculiseert hij de belediging door zichzelf te relativeren. Zo tweet @Morgan90: “Why does James Blunt have a million followers? He stopped being relevant in 2009.” Blunt antwoordt: “2006, actually.” Of deze van @Jane28: “Bloody hell why is James Blunt still going“, nou, “Viagra and coffee mostly“, antwoordt Blunt.
Belanrijkste les van dit onderzoek: we kunnen allemaal gevat zijn. Hoe, dat kunnen we van Blunt leren. En al is Twitter een vergaarbak aan pogingen de ander pijn te doen, humor kan dan enigszins counteren. Dat is lastig, maar Blunts droge humor en scherpe repliek heeft blijkbaar een structuur die wij ook kunnen toepassen als we met beledigingen worden geconfronteerd. Dus: scheld nog even niet terug, maar kijk eens in welke van de vier genoemde categorieën je een antwoord zou kunnen componeren, zoals Blunt dat doet. Al is hij (lang geen onaardige) muzikant. [Foto by Thesupermat (Own work) [CC BY-SA 3.0], via Wikimedia Commons]
—
-
McVittie, C., Sambaraju, R., & Bain, F. (2020). ‘I love James Blunt as much as I love herpes’–‘I love that you’re not ashamed to admit you have both’: Attempted insults and responses on Twitter. Language & Communication.