De hypothese laat zich wat moeilijk omschrijven, ik ben weliswaar ooit opgeleid als politicoloog, maar niet in deze tak van sport. Het gaat over de kandidatuur van CDA-Kamerlid Martijn van Helvert, de derde die zich meldt voor het leiderschap van de christen-democraten en de tweet die dat Arjan Noorlander (NOS) ontlokte:
De stap van Van Helvert is op z’n minst strategisch handig
Hij werk aan naambekendheid
En hij neemt als ‘rechtsere’ kandidaat momentum weg bij Keijzer. Van Helvert is populair in Limburg
Daarmee helpt hij frontrunner De Jonge
Vast niet slecht voor plek op de lijst straks— Arjan Noorlander (@noorlanderarjan) June 24, 2020
Noorlander benoemt (heel knap en compact) twee strategieën: de eerste betreft Van Helvert zelf, de tweede betreft de kansen voor Keijzer ten opzichte van De Jong. De persoonlijke strategie is eenvoudig te volgen: een campagne zet je op de kaart – of je nu wint of verliest. Je wordt voor debatten uitgedaagd, wat je zegt ligt onder een vergrootglas en daar is dus aandacht voor. Ik heb Van Helvert ook even onder een alert gezet. Slim, als je wilt terugkeren op de Kamerlijst.
De tweede strategie zou Hugo de Jong in de kaart spelen. Hij bedient de linkervleugel van het CDA (en is daar de enige, als we Noorlander moeten geloven), Keijzer heeft er nu dus toch nog een concurrent bij en zal moeten knokken voor de stemmen ter rechterzijde van het spectrum. Haar vijver wordt kleiner, de spoeling dun. Een afspraak tussen De Jong en Van Helvert sluit ik niet uit, maar heb daar geen grammetje bewijs voor.
Noorlanders tweet triggerde ook een andere analyse: naast beide strategieën is er ook een consequentie van een open en democratische leiderschapsverkiezing binnen een partij die ons veel zegt over de strijd tussen partijen erna.
Leiderschapsverkiezingen vreten in op een belangrijke pijler onder elke politieke partij: eensgezindheid. Verkiezingen van lijsttrekkers en politiek leiders en leidsters zijn perioden van geïnstitutionaliseerd wantrouwen. Kandidaten moeten zich immers profileren (zonder verschil geen keuze) en vergroten daarvoor (en daarmee) manifeste of meer verholen tegenstellingen binnen de partij. Dat maakt kwetsbaar.
De strijd tussen Van Helvert, De Jong en Keijzer is voer voor commentatoren en strategen van alle andere partijen. Zij krijgen munitie aangeleverd voor de campagne op weg naar maart 2021 en maken de campagne bijvoorbaat kwetsbaarder dan partijen die hun leiders zonder onderlinge strijd aanwijzen. Oke, ik loop wat hart van stapel – dit is mijn hypothese over het CDA. Zo bezien voorkomt D66, waar partijdemocratie toch de raison d’etre van haar bestaan is maar Kaag zonder rimpel in de Hofvijver het leiderschap krijgt aangeboden, een hoop ellende. We kunnen nu al veel leren van de zoektocht naar leiderschap bij het CDA voor de campagne tegen de partij volgend jaar. <<
Eén reactie