De idee dat macht corrumpeert en absolute macht absoluut is een belangrijk argument om het op te breken. Sinds de Verlichting bestaat de idee dat de absolute vorst zijn macht vooral moet delen; eerst met ministers, dan met een parlement, ten slotte met het volk. Dat alles om ernstige ongelukken te voorkomen. Deze beweging van koning naar volk heeft geleid tot de fragmentatie van politieke macht en eist dat wordt samengewerkt vanuit specifieke verantwoordelijkheden (wetgevend, uitvoerend, rechtsprekend) om iets te bereiken. Het proces van delen en fragmenteren kan worden samengevat als de democratisering van de politieke macht.
Datzelfde gebeurt ook met de controle op die macht – de journalistiek.Met een groot verschil: de democratisering van macht waarderen we, de democratisering van de journalistiek wordt gevreesd.
De journalistiek is in den beginne nog een partijgebonden pers die vooral anderen de les lazen (de verzuiling). Met de ontzuiling ontwikkelde de journalistiek zich als een elite (geprofessionaliseerd) die de controle op de politiek als belangrijke taak zag. De politieke journalistiek ontwikkelde zich als een aparte discipline op en rond het Binnenhof. Om tot die groep te horen, moet aan voorwaarden worden voldaan: accreditatie, opleiding, beschikbaarheid en geschiktheid die wordt vastgesteld door ervaringsdeskundigen. En, niet onbelangrijk: journalisten moeten toegang hebben tot een medium. Maar de grenzen tussen politieke journalistiek als-professie en andere vormen van journalistiek vervagen.
Digitalisering en sociale media hebben de concentratie van (politieke) journalistiek op en rond het Binnenhof verstoord. Er lijkt sprake van een (geseculariseerde) ontzuiling die niet wordt ingegeven door te breken met een mensbeeld of wereldvisie, maar door de te breken met kanalen van waar vanuit ‘de’ journalistiek steeds opereerde. Politiek nieuws en politieke analyses zijn niet meer exclusief voorbehouden aan een professionele elite die verbonden is met een mediaplatform, maar nu ook producten van toevallige voorbijgangers, professionele belangenbehartigers of goedwillende amateurs.
Den Haag Vandaag concurreert met een persoonlijk Instagram-account; Het Gesprek met de Minister-President met een ongelukkige slip of the tongue in de kroeg; kortom: de professional neemt het op tegen de amateur. Precies zoals de macht zich ontwikkelde van abosuut vorst tot minister tot parlement met amateurs richting professionele politicus, doorgaat ook de journalistiek een breuk met een elite door ‘amateurs’ in de politieke journalistiek die zich daarin steeds verder zullen bekwamen.
Dat betekent niet dat de politieke journalistiek verdwijnt – macht is ook niet verdwenen. Dat betekent evenmin dat politieke journalistiek kwalitatief minderwaardig zal zijn; daar is in casu de macht ook geen sprake van. Dat betekent wel dat we misschien niet zo panisch hoeven te zijn als politieke journalistiek, net als de macht, van aard verandert. Politieke journalistiek als controle op de macht is niet per se voorbehouden aan een professionele elite. De vraag hoe kwalijk dat is, stellen we ook niet over macht in een democratie, maar wel als het gaat over (politieke) journalistiek.