Het is tijd om de Watergate-mythe, als schoolvoorbeeld voor kritische, onafhankelijke onderzoeksjournalistiek enigszins te nuanceren. Twee boeken helpen daarbij.
Als we media moeten geloven, is het wachten op Trumps aftreden en media grossieren in parallellen met Nixons onfortuinlijke en zelfverkozen vertrek uit het Witte Huis (dat Bill Clinton daadwerkelijk dreigde te worden afgezet, wordt veelal met een progressieve mantel der liefde bedekt, maar dat terzijde). Nee, Trumps vertrek is een kwestie van geduld. Nog even en hij struikelt over zijn eigen onvermogen, want, luidt de stelling, niemand wint de oorlog tegen een vrije en kritische pers. Eenmaal uitgedaagd gaat die wroeten en aan de slag – waarna wordt verwezen naar het heroïsche optreden van Woodward & Bernstein (Washington Post). Dat kostte Nixon maar mooi de kop, dus waarom zou dan wel Trump blijven zitten?
Omdat deze redenering behalve een grove onderschatting is van het politieke en juridische karakter van de procedure en het belang van de politieke verdeeldheid in Amerika voor een impeachment onderschat, deze bovenal historisch onjuist is.
Presidenten worden afgezet door Het huis van Afgevaardigden, wat niet betekent dat hij ook moet vertrekken. Alleen de Senaat, functionerend als een bijzondere rechtbank, kan de president uiteindelijk wegsturen – met een 2/3 (gekwalificeerde) meerderheid. Impeachment is een politiek proces in een tot op het bot gepolariseerd Amerika. Trump wegsturen vereist down the road een meerderheid van Democraten en Republikeinen die elkaar het licht niet in de ogen gunnen. De route van een gedwongen aftreden, na Clinton en Johnson (in 1868) zou Trump de derde zijn in de Amerikaanse geschiedenis, is geblokkeerd door politieke bezwaren.
Nixon trad niet af vanwege journalistieke inspanningen. Sterker: die hebben nauwelijks aan zijn aftreden bijgedragen.
Dan blijft er nog een route over: een ‘vrijwillig’ opstappen. Dat wil zeggen, na grote druk, zoals Nixon volgens de overlevering na kritische pers en aanhoudend journalistiek onderzoek werd gedwongen het Witte Huis te verlaten. Maar helaas … die mogelijkheid stuit weliswaar op minder politieke en juridische problemen, maar op een verkeerde lezing van de geschiedenis (en op Trumps autisme in relatie tot de Amerikaanse journalistiek).
Nixon trad niet af vanwege journalistieke inspanningen. Sterker: die hebben nauwelijks aan zijn aftreden bijgedragen. Dat schreef Michael Schudson al in 1992 (Watergate in American Memory. How we remember, forget, and reconstruct the past) en vorig jaar ook Eric Daalder (De glijbaan van een president. Nixon, Watergate en het Rechtssysteem). Beide boeken wijzen naar die andere hoeders van de (parlementaire) democratie met, soms, een al even problematisch imago als journalisten: juristen. Dat wil zeggen: Schudson nuanceert de journalistieke inbreng (hierna), Daalder herziet de rol van juristen (daarna).
Is Watergate volbracht dankzij de Amerikaanse journalistiek of ondanks? U raad het al: dat laatste.
Schudson tuigt eerst de mythe van David en Goliath op: twee journalisten (Woodward & Bernstein) met slechts de waarheid als wapen binden de strijd aan met een almachtige wereldleider die met de grootste marge tot dan toe was herkozen. En winnen. Maar, vraag Schudson zich ten eerste af, was het de pers die als institutie de president aanpakte of waren het individuen die juist afweken van wat gebruikelijk was, namelijk volgzaamheid, en dwars bleven vasthouden aan hun zoektocht naar die waarheid? Anders gezegd: is Watergate volbracht dankzij de Amerikaanse journalistiek of ondanks? U raad het al: dat laatste.
Twee: was de Amerikaanse journalistiek wel zo moreel zuiver op de graag?, wil Schudson graag weten. Was in het gehele onderzoek geen spoor van bias jegens deze rechtse president? Hadden andere journalisten geen moeite met de activistische koers van de Washington Post? Schudson tekent op dat de uitgever van de krant, Katherine Graham aan haar hoofdredacteur Ben Bradlee vroeg: “If this is such a hell of a story, where is everybody else?” Precies! Waar was iedereen?
En drie: heeft de pers Watergate onthuld, tegen alle stromen in, zelfstandig, steeds als eerste met nieuws? Of was die pers een van de instituties die hebben bijgedragen aan die politieke en juridische constructie ‘Watergate’? Daarop geeft Schudson een duidelijk antwoord: meer dan een politiek schandaal was Watergate een constitutionele crisis die zeer minutieus is uitgewerkt door Eric Daalder in De glijbaan van een president.
De pers was belangrijk, zeker, maar vooral als verslaggever, niet als aanstichter.
De val van Nixon en de veroordeling van zijn medewerkers, stelt Daalder, is volledig toe te schrijven aan de pogingen van het Witte Huis om zeer omstreden handelingen (waaronder politieke spionage en fraude met campagnegelden) onder de pet te houden. Nixons probleem was een tweede orde transgressie – hij wist niet alleen dat er regels waren overtreden (eerste orde), hij had daar vervolgens over gelogen dat hij daarvan wist (tweede orde).
Nu hing hij, maar niet door journalistiek speurwerk, maar een ‘brief die McCord aan Judge Sirica stuurde, waarin hij sprak van de druk die van hogerhand werd uitgeoefend om te zwijgen en van de verklaringen van de klokkenluiders Magruder en Dean (Daalder, 2018: 294).” De beeldvorming hielp, maar was geen noodzakelijk voorwaarde – dat, stelt Daalder, was het systeem.
Dat systeem bestond uit een onderzoek van de FBI (strafrechterlijke onderzoek) en het congres (impeachment onderzoek). Het strafrechterlijke onderzoek probeerde Nixon en handlangers te verstoren en die verstoring probeerde hij weg te moffelen. Het waren uiteindelijk rechters (Sirica), het opsporingsapparaat (FBI), advocaten en volksvertegenwoordigers die de duimschroeven aandraaiden waardoor Nixon besloot op te stappen. De pers was belangrijk, zeker, maar vooral als verslaggever, niet als aanstichter.
—
Daalder, E. (2018). De glijbaan van een president. Nixon, Watergate en het rechtsysteem, Amsterdam: Boom
Schudson, M. (1992) Watergate in American Memory. How We Remeber, Forget, and Reconstruct the Past. Basic Books