Potdicht zat de formatie van 2017. Journalisten meldden zich keurig bij verschillende woordvoerders, maar die hielden gedisciplineerd te kaken stijf op elkaar. Philip van Praag kan er nog steeds niet over uit en komt, na een lange tirade tegen de professionele woordvoerder en spin doctor tot de conclusie dat die ‘weg’ moeten. Tegenover deze formatie staat nog altijd die fameuze van 1977. Die voltrok zich eerder in de kolommen van kranten dan in het Catshuis. Zoals alles in die tijd was ook de transparantie radicaal, wat overigens leidde tot een veroordeling van de PvdA, met tien zetels winst tot de oppositiebanken. Om maar even het belang van informatiemanagement in een politieke omgeving aan te geven.
Het idee dat wat van belang is (zoals de vorming van een kabinet) los te laten in de veronderstelling dat dat beter is, is natuurlijk naïef. Los van de vraag of vrije informatie kwaliteitswinst oplevert (ik ben overigens geneigd te denken van wel), heeft de overheid een intrinsieke drive om te reguleren. Anders gezegd: er is nauwelijks een fundamenteel betwister begrip dan openbaarheid. Aan vrije informatie kleven risico’s en regeren is bovenal reduceren van die risico’s. De geschiedenis wordt achteraf geschreven (door overwinnaars). Dat er mannetjesmakers, spin docters, image experts, newsmanagers en voorlichters rondlopen om de actualiteit te bewaken (Rutte zoekt iemand die zijn tweets wil componeren), is dus niet zo verbazingwekkend. Dat journalisten zich ermee inlaten, is dat wel.
De tirade van Van Praag kan ook worden gelezen als een j’accuse richting journalistiek: niet ‘Weg met die spin doctor!’, maar blijf weg bij die spin doctor!’ Zo vat ik zijn opinie op. Die lezing leidt tot een fascinerend experiment: negeer ze.
Maar, wacht even! Kan dat? Kunnen we de afdeling voorlichting gewoon negeren? Hun 06 blocken? Droogt het nieuws dan niet op? Ja, dat kan. Nee, het droogt niet op. Weet u nog wat het heetste hangijzer van deze formatie (geoperationaliseerd als de meeste ophef, politieke tegenwind, kritiek en maatschappelijk verzet en ten slotte bakzeil, kortom: alles wat een voorlichter wil voorkomen) was? Dat kwam uit de koker van … twee onderzoekers aan de Universiteit van Amsterdam. Zij twijfelden aan Ruttes bewering ‘geen herinnering’ te hebben aan stukken over de afschaffing dividendbelasting.
Dus dienden zij een Wob-verzoek in – een fact check, omdat vertrouwen prima is, maar controle beter en ook beter dan bij een dranghek staan en hopen op een loslippige woordvoerder. Wat bleek? Er waren wel stukken en dat was door betrokkenen, waaronder onze premier, ontkend. Oeps. De afloop van het gehele dossier is bekend. De bonnetjes-affaire? Kwam denk ik niet van voorlichting. Chrome-6? Het UWV? Stuk-voor-stuk beroerde spin doctors. Ze spartelden, natuurlijk. Ze zouden geen knip voor de neus waard zijn als ze de politieke inboedel zonder weerstand aan het journaille mee zouden geven. Maar spartelen hielp niet. Ze waren in het dossier al ingehaald door goede journalisten.
Daarom: een oproep voor een experiment. Wie durft een maand lang de politiek te verslaan zonder met de dienstdoende woordvoerder of voorlichter een woord te wisselen? Uiteraard leidt dat tot praktische problemen. Journalisten zullen eromheen moeten, andere partijen dan de geijkte minister of top-ambtenaar opvoeren, zelf processen van nieuwsgaring organiseren, doof zijn voor dreigementen en gevlei, ruziënd over straat, misschien een dagje geen nieuws (maar wel een verhaal).
En wat gebeurt er dan met het politieke nieuws als niet radicale transparantie, maar radicale autonomie uitgangspunt is van het werk op en rond het Binnenhof? Misschien wordt het wel beter, want als we Van Praag moeten geloven, kan het niet veel slechter worden.