‘Mogelijk’ deze week debatteert de Tweede Kamer over niet-bestaand gewaande documenten over de dividendbelasting. Als dat niet knaagt aan de geloofwaardigheid van dit kabinet, wat dan wel? Dus twijfelde politiek verslaggever Xander van der Wulp openlijk aan Rutte c.s. in een stukje op de NOS-site over een stukje NOS-radio. Van der Wulp had er een leuke taalgrap voor: “Men vraagt zich af of hij “[Rutte, SvdL] een leugenaar is of dat hij leidt aan dividend-dementie.” In beide gevallen hangt de premier – een prachtige retorische truc die overigens een veel ernstiger probleem maskeert: niet alleen Ruttes geloofwaardigheid staat onder druk, ook die van Xander of, breder, Neerlands parlementaire journaille.
Had de premier of anderen bij de formatie betrokken politici nu wel of geen stukken over de dividendbelasting ontvangen en zo ja, mag de Kamer die dan inzien? Nee, antwordde het kabinet, die stukken waren er niet. Dus nee, die kunnen niet naar de Kamer. Tot twee onderzoekers van de UvA een WOB-verzoek indienden bij het Ministerie van Financien. Dat ministerie gaf toe dat er stukken zijn – een A-document weten we inmiddels via de Telegraaf – maar weigert deze stukken te sturen. Ze staan in een context die niet onder de WOB valt. Dus stappen beide onderzoekers nu naar de rechter. Vijftien jaar geleden gebeurde dat ook (niet over deze stukken, niet door deze onderzoekers, maar wel uit het formatie-dossier), toen gaf de rechter het kabinet gelijk. De kans dat de stukken boven tafel komen, is dus klein. Maar we weten nu wel een ding zeker: ‘ze’ zijn er.
Die bevestiging is meer dan Neerlands parlementaire pers voor elkaar heeft gekregen. Dat dividendbelasting hield Nederland vlak na de formatie in spanning, geen van de redacties heeft toen de WOB ingezet om eens te vissen naar hun bestaan om zo in ieder geval de bevestiging te krijgen dat ze er zijn. Er is, kortom, door geen Nederlandse journalist getwijfeld aan de woorden van Rutte c.s. dat er geen stukken zijn. Ik geef ruitelijk toe: ook niet door mij. Maar ik zou me nog kunnen verdedigen met het argument dat ik parlementair journalist noch onderzoeker aan de UvA ben. Je zou toch elke dag in Den Haag rondlopen, zoals Xander van der Wulp bijvoorbeeld, met de opdracht de macht te wantrouwen om dan door twee stoffige onderzoekers aan de UvA te worden ingehaald … Ik zou wel goed ziek zijn van deze gemiste scoop.
Goed, wat staat er aan interessants in de afwijzingsbrief van Financien? Nou, deze passage:
“De documenten bestaan vrijwel volledig uit persoonlijke beleidsopvattingen of feiten die daarmee zodanig zijn verweven dat die niet van de opvattingen kunnen worden gescheiden. Voor zover geen sprake is van persoonlijke beleidsopvattingen of feitelijke informatie die wel van de opvattingen kan worden gescheiden, betreft het voornamelijk informatie over of afkomstig van belastingplichtige ondernemingen die op grond van de artikelen 10, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wob en artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wob niet voor openbaarmaking in aanmerking komt.”
Twee zaken kunnen Rutte voor de voeten worden geworpen: de afschaffing is opgekomen als poepen bij deze en gene. Dat wisten we al, want geen programma rept erover. Dus komt het ergens anders vandaan. Mogelijk een wensgedachte van een aantal bedrijven wiens belastinggegevens wij niet mogen weten, gezien art. 10, eerste lid, aanhef onder c van de Wob. Welke lobby had toegang tot de onderhandelingstafel tijdens de formatie? Welke bedrijven hebben input geleverd voor dit belastingsvoordeel? Denken dat we er zijn en de woorden van Rutte c.s. voor waar aannemen, betekent dat we niets hebben geleerd. En dat is mogelijk erger dan blind vertrouwen dat een voordeel van 1,4 miljard niet ergens op papier is gesteld. Aan het werk dus, omdat anders ook de journalistieke geloofwaardigheid hieronder lijdt.