Waarom accepteren we (nog altijd) journalistieke versies van de werkelijkheid en hoe kan het dat we zo goed zijn in herkennen van nieuws? Zo goed, dat we met open ogen in nepnieuws trappen? Door journalistieke autoriteit, beantwoordt Matt Carlson die vraag wat paradoxaal. En dat is geen bezit wat (vooral) journalisten kwijt kunnen raken, maar een complexe relatie tussen degene die claimen een autoriteit te zijn en degenen die deze claim erkennen. Wat volgt (de subtitel Legitimating news in the digital era maakt Carlson mijn inziens niet waar, maar dan blijft er nog genoeg over) is een zeer leesbaar overzicht over de journalistieke professie, publiek cynisme, technologie, kennis en content die alle bijdrage aan de journalistieke autoriteit.
To Barbie Zelizer, my teacher
Er was al een boek over journalistieke autoriteit, inclusief (nominale) definitie, namelijk “the ability of journalists to promote themselves as authoritative and credible spokespersons of ‘real life’ events”. Barbie Zelizers Covering the Body verscheen al in 1992. Koppelde Zelizer de journalistieke autoriteit nog heel specifiek aan de moord op Kennedy (covering the body was journalistieke slang voor het volgen van de president, maar werd na de aanslag letterlijker, en wranger), niet alleen een politiek-maatschappelijke schok in Amerika (het moment waarop het land voorgoed haar onschuld verloor, om maar eens een clichee van stal te halen), ook het begin van de journalistieke autoriteit als specialisten van het live-verslag (de vermoordde president bracht ons live televisie); Carlson heeft zijn eigen schok: internet.
Onder het plaveisel het vertrouwen
Net als Zelizer staat Carlson overigens middenin die schok (Zelizer schreef haar boek rond het verschijnen van Oliver Stones JFK dat de belangstelling voor de moord op Kennedy weer op liet vlammen): alles is in beweging, ook voor de analist. Aan het oppervlakte gaat autoriteit misschien om vertrouwen in het vak dat langzaam weglekt richting sociale netwerken waar conversatie en communicatie nieuws heeft vervangen, waar autoriteit wordt vervangen door authenticiteit. Maar dat is een foute redenering, denkt Carlson. Ja, in veel lezingen is autoriteit een vorm van vertrouwen, dat slechts door een enkele onderzoeker aan nieuws (content) wordt gekoppeld. Maar autoriteit is meer dan plat vertrouwen van consument in een (nieuws)producent. Autoriteit is geen zero-sum afrekening van het publiek, maar de som van interne deliberaties over nieuwe vormen van nieuws, ontwikkeling van de professie en het journalistieke verhaal dat journalisten zichzelf vertellen (het journalistieke ‘meta-discours’) plus de interactie tussen journalisten en publiek, technologie en externe critici.
moving target
Dat levert een kloek boek op waarin (te vaak, naar mijn schaak) wordt gewezen op de inherent complexe verklaring voor journalistieke autoriteit (want een relationeel concept). Tegelijkertijd nuanceert die complexiteit geaccepteerde tegeltjeswaarheden: want waarom is journalistiek eigenlijk een belangrijke voorwaarde voor het functioneren van een democratie? Vooral, claimt Carlson, omdat journalisten ons dat ons doen geloven. Waarom wordt hun autoriteit zo aangevallen? Omdat het klakkeloos omarmen van autoriteit niet past bij kritisch burgerschap waar journalisten nu juist zo hard voor werken. Een journalist die zijn werk goed doet, wordt uiteindelijk het slachtoffer van zijn eigen succes. Kritiek is immers burgerplicht dus kunnen we de misbaar over redactionele misstappen ook zien als een succesvolle opvoeding door diezelfde redacties.
Maar hoeveel en hoe vaak dan?
De stelling prikkelt, maar bewijs levert Carlson niet. Het theoretische manifest voor een veel rijker begrip van journalistieke autoriteit mist de nodige empirische onderbouwing. Legitimiteit van nieuws, afgrenzen van de journalistieke professie, positief cynisme onder consumenten en het besef getuige te zijn van een paradigma-shift richting … ja, richting wat eigenlijk? is zonder rigide operanionalisaties altijd eenvoudiger aan elkaar te schrijven. Want schrijven kan Carlson wel. En lezen moet u het boekje eigenlijk ook. Ik heb er geen moment spijt van.
***
Carlson, M. (2017). Journalistic Authority: Legitimating News in the Digital Era. Columbia University Press.