Het is een hoofdpijndossier waar voorlopig een eind aan is gekomen: de e-mails op de private server van Democratische presidentskandidate Hillary Clinton. Clinton gebruikte een privaat e-mailadres toen ze nog minister van Buitenlandse Zaken was. Maar die server zou niet goed beveiligd zijn en de e-mails met staatsgeheimen niet veilig. Buitenlandse Zaken is al enige tijd bezig om het bestand dat ze van Clinton kreeg op te schonen. Zij publiceerden maandag de laatste batch in een serie van veertien. En de schade ‘valt mee’ – al naar gelang de positie die men inneemt in het politieke spectrum.
22 e-mails zijn niet gepubliceerd – ze zijn top secret en zouden direct Amerikaanse belangen schaden. Ruim 2.100 mailtjes zijn classified en kunnen leiden tot het nodige diplomatieke ongemak. En daar blijft het bij, aldus woordvoerder John Kirby van Buitenlandse Zaken. Er komen geen geheime of zeer geheime mailtjes meer bij. Maar daarmee is het ‘schandaal’ nog niet gaan liggen. De e-mails hebben de Amerikaanse politiek pers vanaf de eerste batch – in mei 2015 – in de greep. Maar meer dan een rimpeling in de Potomac is het niet. En mijn voorspelling luidt dat het niet meer gaat worden ook.
Natuurlijk is er felle kritiek van politieke tegenstanders. Zij vinden dat Clinton de wet heeft overtreden en alleen daarom al moet worden berecht. Maar van een rechtsgang is geen sprake. Hoe is het te verklaren dat zo’n fout – mailen met een private server – en de bewijzen van die fout zo openbaar – ook u kunt de vele mails inzien, waaronder e-mails over Nederland (zie foto) – niet leiden tot een omvangrijk politiek schandaal? Ari Aduts concept van disruptive publicity ($) kan op die vraag mogelijk een antwoord op geven.
Adut wil weten waarom sommige transgressies al langere tijd bekend zijn, maar pas heel laat leiden tot een schandaal. Waarom weten veel mensen dat er een norm is overtreden, maar duurt het altijd vrij lang voordat er ook echt ‘iets’ mee gebeurt? Adut dook in de veroordeling en verbanning van Oscar Wilde – een uitgesproken homoseksueel in de preutse tijd van Victoria. Wilde feestte alsof zijn leven ervan af hing, wetende dat homoseksualiteit strafbaar was. Het deerde hem niet. Hij was er nog nooit voor opgepakt, ondanks zijn status van Bekende Engelsman en daardoor de zichtbaarheid van zijn gedrag.
Toch ging het uiteindelijk mis. Adut zoekt een verklaring voor die incubatietijd van schandalen in het belang dat derden hebben bij kennis over een normoverschrijding. Wilde wist dat hij een (juridische) norm overtrad en zijn directe omgeving (de feestgangers van Wilde) ook. In bredere kring waren die uitspattingen ook bekend, maar het deerden deze derden niet: ze werden niet bevoor- of benadeeld door de extravagantie van de schrijver en zijn directe gevolg. Ook al zou iemand hebben gedreigd met het openbaar maken van Wildes wilde gedrag, mensen zouden hun schouders hebben opgehaald en zich in een nieuwe uitspatting hebben gestort.
Een schandaal breekt nu uit, stelt Adut, als derden wel door de publiciteit rond de transgressie worden geraakt. Als betrokkenen vrezen, door de dreigende publiciteit, besmet te worden door degene die de norm overtreedt en betrokkenen uit Wildes gevolg dus wel iets te verliezen hebben met een publicatie over Wildes gevolg, zijn uitspattingen en gedragingen. Zeker als die angst besmet te raken samengaat met een belangrijke maatschappelijke positie – dan staat met een onthulling immers veel op het spel. En als er veel op het spel staat, stelt Adut, dan gaan mensen zich strategisch gedragen om datgene wat ze niet kwijt willen, te behouden en beschermen.
Dreigende publiciteit – disruptive publicity – leidt volgens Adut tot strategisch gedrag bij ‘bronnen’ – mensen die van binnenuit weten wat er aan de hand is. Wie zweeg, wil nu graag praten en wie praatte, doet nu het zwijgen ertoe.
Het was uiteindelijk de excentrieke Marquess of Queensberry die Wilde de das om deed. De hardgrondige atheist die ooit een zetel in de Senaat opgaf omdat hij weigerde trouw te zweren aan koningin, God en het vaderland, had een grondige hekel aan de aanstellerijen van Wilde die een magische aantrekkingskracht uitoefende op de zoon van Queensberry. Woest om zoveel openlijk beleden herenliefde klaagde hij Wilde aan. Wilde deed direct hetzelfde en klaagde Queensberry aan voor smaad. Wilde dacht de confrontatie te kunnen winnen: zijn tegenstander was een door de politieke elite uitgekotste driftkop, hij een gevierde schrijver met fans in diezelfde politieke elite.
En precies daar ging het mis. Die elite vreesde dat een rechtszaak hun betrokkenheid bij Wildes uitspattingen publiek zou maken. Ze hadden meer te verliezen dan te winnen bij het oogluikend toestaan van wat in de wet was verboden: homoseksualiteit. Ze keerden Wilde de rug toe. De schrijver verloor de rechtszaak, vluchtte naar Frankrijk waar hij verbitterd en in eenzaamheid stierf. Wilde was niet onaantastbaar, Wilde was gevallen omdat hij zich ontastbaar waande.
Terug naar Clinton met haar gevolg – ook wel de Clinton Clique genoemd. De voorgenomen en daadwerkelijke publicatie van haar e-mails heeft niet geleid tot een schandaal. Daarvan was Hillary Clinton overtuigd toen ze de e-mails aan het ministerie van Buitenlandse Zaken overdroeg. En niet alleen zij was daarvan overtuigd – ook betrokkenen in haar directe omgeving en ook leden uit de regering-Obama. Als we Aduts disruptive publicity mogen aannemen, zagen ook zij geen enkel bezwaar tegen het openbaren van de e-mails: zij hebben er immers niets mee te verliezen noch te winnen? Het voorgenomen besluit te publiceren stuitte niet alleen bij Clinton, ook bij haar directe omgeving niet op bezwaren.
Dus resten tegenstanders om van buiten aan de morele hekken rond Clintons inner circle te rammelen – vanuit de Clinton Clique ontsnapt net zo weinig kritiek op de grote voorganger als er licht uit een zwart gat ontsnapt. En zo leiden de batches met e-mails wel tot ophef, een affaire en een vervelend dossier tijdens de campagne van Clinton, maar niet tot een fataal schandaal. Tenzij … Tenzij Clinton e-mails heeft achtergehouden die wel explosief zijn. Maar dan is sprake van een tweede orde transgressie, het onderwerp van een volgende post. <<
Eén reactie