We weten nog niks. Oké: Perdiep Ramesar is op staande voet ontslagen. Dat ontslag vecht hij aan. Er is een onderzoek ingesteld naar zijn artikelen waarover ernstige twijfels zijn gerezen. Er zijn bronnen onvindbaar of ‘zelfs verzonnen’. Het vertrouwen is ‘ernstig geschaad’. Funest, want vertrouwen is de kurk waarop redacties drijven. De vraag rijst dan ook: hoe heeft dit kunnen gebeuren? Wat hebben Stephan Glass (The New Republic), Janet Cook (Washington Post) en de Hitlerdagboeken met dit laatste journalistieke schandaal gemeen? Schaarste. Schaarste aan talent en schaarste aan toegang.
Iedereen kan schrijven. Maar weinigen kunnen helder en duidelijk schrijven. Slechts een selecte groep is in staat mondiale kwesties (jihadisme, vrede en veiligheid, multiculturaliteit) kritisch, transparant, trefzeker, geloofwaardig en in tekst te vangen. Ramesar was een van die selecte groep. Hij heeft onmiskenbaar journalistieke talenten en een prachtige pen. Over zijn stijl is niemand gevallen en heeft hem waarschijnlijk gebracht waar hij zat: bij misschien wel de beste krant van Nederland. En: hij had toegang.
Toegang tot een wijk bewoners waar maar weinig kranten naar omkeken. NRC stationeerde er geruime tijd Carola Houtekamer en Freek Schravesande in de Schilderswijk. The Post Online stuurde Joost Bakker en Mark Koster. Trouw had Perdiep. Een begenadigd redacteur die de taal van de straat en het establishment sprak. Zelf afkomstig uit de Hindoestaanse gemeenschap bleek hij snel heel waardevolle contacten te leggen. Uit onderzoek moet nog blijken of die vanaf het begin verzonnen waren of niet. Hij overtuigde in ieder geval vele professionals (overigens niet alle amateurs) dat hij de toegang had. Jan Greven, oud-hoofdredacteur van Trouw, gaf toe van de verhalen te hebben genoten. Ze overtuigden hem ook.
Talent en toegang zijn schaars op redacties. Wie het talent heeft om toegang te verkrijgen, behoort tot de happy few. Glass, Cook en de dagboeken van Hitler waren schaars in hun talent en kwaliteit en hadden toetgang tot exclusieve verhalen die niemand anders kon vertellen. Niemand anders was er. Trouw had geen redacteuren in de Schilderswijk, laat staan een redacteur die de term shariadriehoek er op wist te plakken. Iemand met het talent om in één metafoor een mondiaal complex aan normen en waarden, inclusief de botsingen en gevoeligheden, zo overtuigend kon neerzetten. Wij stonken er allemaal in, het was dus te mooi om waar te zijn. Behalve voor Van der Kluft – want hij had het door.