Van Aartsen, burgemeester van Den Haag, verbiedt twee maanden lang demonstreren in de Schilderswijk. De bewoners “zijn het slachtoffer wanneer radicalen van verschillende kanten elkaar te lijf willen gaan. Dat wil ik deze mensen verder besparen.” Hij treedt op tegen wat extreem-rechts het kalifaat van de Hoefkade noemt en opstandige jongeren een provocatie in hun wijk (bij gebrek aan een beter bekkende metafoor waarvoor rechts nu eenmaal meer talent heeft).
Dat mag. Van Aartsen is van orde en veiligheid. Hij is ook liberaal en dat geeft te denken: verbiedt deze liberaal nu een botsing van meningen waaruit wij, de samenleving, weer een stap verder komen? Of voorkomt Van Aartsen een frontale botsing in een kwetsbare wijk waarover we nog jaren doen om dat te herstellen (let op het taalgebruik, dat moeiteloos zou passen bij hysterisch enthousiaste buurtopbouwwerkers waarvan er tijdens de rel meerdere in diverse programma’s kwamen uitleggen dat de meeste jongeren die met stenen gooiden achteraf spijt hadden)? Dat laatste dus: de wijk trekt het even – twee maanden om precies te zijn – niet.
En daar zit dan de kneep: het demonstratieverbod is slechts een symptoom. De vraag rijst nu: waarvan? Van een liberale burgemeester die onder druk elk risico van een botsing der meningen verbiedt? Of van een wijk die zo’n botsing niet aankan (met als direct vervolgvraag hoe dat dan kan)? Zoals Van Aartsen het verwoordt: allebei. De burgervader wil geen risico’s meer lopen (hij moest terugkomen van vakantie om zich door amateurs in de raad de oren te laten wassen) en hij vreest dat de wijk een nieuwe confrontatie niet aankan.
Maar als het klopt dat de wijk even geen botsing van beschavingen aankan (om de affaire van niks enigszins te overdrijven), dan helpt een demonstratieverbod niet. Desensibilisatie is hier het (uiterst liberale) toverwoord. Als een wijk geen verschil van mening trekt, dan moet er elke week worden gedemonstreerd! Die overgevoeligheid voor tegenspraak moet eruit, omdat het een gezonde wijkontwikkeling in de weg staat.
Onze vrijheid van meningsuiting betekent dat we het nooit met elkaar eens zullen zijn. Daartegen kunnen is een noodzakelijke voorwaarde voor het functioneren van een democratie. En ja, daar kleven risico’s aan. Daarom kan niet iedereen burgemeester worden. Wat Van Aartsen doet – een verbod – kan ik ook. En dat diskwalificeert Van Aartsen: als liberaal en als burgemeester. Ik had een moediger besluit verwacht. We gaan wel demonstreren in de wijk, we gaan het debat aan. De staat grijpt in als dat debat ontaardt in rellen. Dan pakken we mensen op. Rellen mag niet, oneens zijn wel. Behalve in de Haagse Schilderswijk. Heeft overigens iemand al gevraagd wat de inwoners zelf vinden?