Timmerman weigert onderzoek naar betrokkenheid Turkije bij aanvallen op Syrie
— Joël Voordewind (@JoelVoordewind) 16 april 2014
Ik kan me de frustratie van Joel Voordewind (ChristenUnie) voorstellen. Na de Kamervragen van Pieter Omtzigt over de betrokkenheid van Turkije in het Syrische conflict, de antwoorden daarop en de onthullingen van Seymour Hersh, ziet Timmermans nog altijd geen ‘aanleiding’ voor een onderzoek naar onze meest Oostelijke NAVO-partner. Sterker: de minister weigert – wat riekt naar een ‘ontraden’.
Ik vrees dat ‘aanleiding’ bij Timmermans de betekenis van ‘aanwijzing’ heeft gekregen. Een aanwijzing voor Turkse betrokkenheid in het Syrische conflict is wat anders dan de aanleiding die nodig is om naar die betrokkenheid onderzoek te doen. Aanleiding is er genoeg; zie Hershs bevindingen. Een aanwijzing voor Turkse betrokkenheid in Syrië is de consequentie van Timmermans onderzoek dat een veel minder heftige aanleidingen nodig heeft uit te voeren.
De semantische ‘verwarring’ tussen beide biedt Timmermans wel de ruimte om grote ongelukken te voorkomen; als hij de rol van Turkije gaat onderzoeken (op basis van een aanleiding dus) en stuit op directe betrokkenheid van het land in Syrie (hij vindt dus aanwijzingen), dan zijn de poppen aan het dansen. Navo-lid Turkije stookt dan in een onverkwikkelijk conflict in de hoop steun te krijgen van datzelfde bondgenootschap. Liever niet, moet Timmermans denken. Dus is het verstandiger om helemaal geen onderzoek te laten doen; en dat verkoop je door erop te hameren dat er geen aanleiding toe is – in de betekenis van aanwijzing dus. Mijnheer Voordewind zou een nieuwe list moeten bedenken om Timmermans aan het antwoorden te krijgen. <<