Halverwege de jaren negentig boekten Nederlandse jazzmusici grote successen in Amerika. Jesse van Ruller (gitaar), Denise Jannah (zangeres) en ook het Willem Breuker Collectief konden rekenen op Amerikaans enthousiasme. Wat verklaarde hun succes? Gebrek aan traditie. Nederlandse muzikanten dragen niet de loodzware last van Davis, Coltrane, Williams en ook Hendrix. Brown en Waters. We hebben geen roots waaraan we erfplichtig zijn of voortdurend mee worden vergeleken. Dus musiceren we onbevangen en vrij.
Hoeveel moeite het kost om van die traditie los te komen, is bij Black Joe Lewis & The Honeybears goed te horen. Spotify rekende op basis van mijn luistergedrag deze band uit, opgericht in Texas 2007. Onlangs kwam hun derde album uit, Electric Slave (eerder verschenen Tell ‘ Em What Your Name is en Scandalous) en op 6 december staan ze in de Melkweg Amsterdam. Maar ik ga niet. Er schort niets aan de kwaliteit, want muziek kunnen ze maken, die Honeybears. En met de stem van Black Joe Lewis is helemaal niets mis. Maar (gaan we weer): het origineel vind ik beter.
Maak ik me dan niet ook schuldig aan die eeuwige vergelijking waaraan zoveel Amerikaanse popinnovaties ten onder gaan? Draag ik dan niet bij aan een cultuur waarin voortdurend wordt teruggekeken en ‘nieuw’ wordt bepaald door de mate waarin ‘oud’ er nog in is te herkennen? Nee. Want ik kan in de muziek van de formatie niets ‘nieuws’ herkennen. Er is geen enkele moeite gedaan om de blues en funk van James, Waters en Brown te overstijgen. Lewis heeft goed geluisterd naar de canon van de Amerikaanse zwarte muziek en zijn nieuwe nummers moeiteloos in hetzelfde sjabloon gegoten. Luister maar naar de nieuwe singel Come To My Party (video).
Er zit geen verrassing in, de blazers en gitaren doen hun iconische riff, de drummer strakt alles lekker aan, de stem breekt op de juiste momenten. Er is in het hele nummer geen moment van verbazing of vernieuwing te bespeuren. Een keurige singel-lengte (3:10). Klaar. Pakketje funk afgeleverd. Op naar het volgende pakketje. En dat zijn er met drie cd’s al aardig wat. Genoeg voor een ongecompliceerde avond in de Melkweg de avond na Sinterklaas. Lekker swingen dus. Meer niet.