Obama wordt van alle kanten belaagd/geplaagd door schandalen. Benghazi, IRS, NSA, Justitie die journalisten afluistert – het is smullen voor politiek redacteuren in Amerika. Hoop op verandering is ingeruild voor de afrekening, lijkt het. ‘Het’ verhaal is dan ook eenvoudig: de president maakt er een potje van. Hij heeft, onder zijn persoonlijke, politieke en functionele verantwoordelijkheid, geen grip op het wangedrag in de uitvoering van beleid. Dus, stelt Brendan Nyhan een logische vraag:
… what should reporters do?
Moeten ze de oorzaak van de schandalen zoeken bij de president, het Witte Huis? Bedrijft hij een ideologische strijd met (semi)illegale, Nixoniaanse middelen? Kunnen we alle schandalen op een nette manier met elkaar in verband brengen door te peuren in het netwerk van betrokkenen? Nyhan heeft een vruchtbare suggestie
Many are covering the new “narrative” of Obama’s administration, which is reflective of the way that political and media elites coordinate on interpretations of events as scandalous. As I argue in my academic research, media scandals are a “co-production” of the opposition party and the press. When both groups portray an event like the IRS allegations as a scandal, it often generates strong perceptions of wrongdoing among elites—in other words, a narrative of misconduct.
Maar er is meer dan wijzen op wangedrag van politici of instituties. Nyhan wil dat journalisten meer beseffen dat ze verslaan en tegelijkertijd invloed uitoefenen op het verloop van een schandaal. Dat ze onderdeel zijn van een verhaal dat zich ontvouwt en niet hun nek breken over een doos vol voldongen feiten waarop het sticker ‘schandaal’ is geplakt. De feiten zijn er, zeker, de interpretatie en nieuwe feiten ontstaan omdat direct betrokkenen er hard aan trekken. Kortom: Nyhan schreef een heldere analyse over schandaalproductie waarbij niet alleen de feiten, maar ook de politieke, journalistieke en publieke constellatie moet worden meegenomen. <<