Een aantal journalisten moeten groen en geel zien van ergernis met het uitkomen van Zero Dark Thirty – de film over de arrestatie standrechtelijke executie van Osama Bin Laden. Terwijl zij, de reporters, documenten van het ministerie van Defensie probeerden los te peuteren (wat mislukte), kregen de makers van het helden epos inzage in ins and outs van de operatie. En nu is het resultaat van die strijd – tussen werkelijkheid en fictie – dan beslecht. En bekroond. De film moet nog uitkomen, maar gooit nu al hoge ogen onder recensenten. De arrestatie en berechting standrechtelijke executie van ‘s werelds meest gezocht terrorist kan je ook zien als een flagrante promotie van unilateraal ingrijpen van ‘s werelds politiemacht: Amerika. Maar die lezing heeft zo langzamerhand ook een flinke baard.
Er is tegen deze fictie op het eerste gezicht het een en ander aan te merken. De journalistiek verdient natuurlijk de voorkeur boven Hollywood-producers of regissuers. Alleen al omdat de vraag in hoeverre de film de werkelijkheid benadert op deze manier raden blijft als het ministerie van defensie weigert openheid van zaken te geven. Ten tweede: het beeld dat wordt opgeroepen (doortastende Amerikaanse soldaten, een duidelijke goed-slecht-verhouding, lekker overzichtelijk allemaal) is bij films (ze hebben ongeveer twee-en-een-half uur, dus je moet wel een strak verhaal vertellen) over het algemeen wat sterker dan bij journalistieke producties. Nuance en Hollywood gaan zelden samen. Ten slotte staat hier een principe opd e tocht: waarom krijgen regisseurs wel de stukken in te zien en journalisten niet?
Tegen dat laatste bezwaar kan ik weinig inbrengen. De eerste twee laten vooral zien dat de grenzen van journalistiek niet meer in zwart-wit worden getrokken. Als oorlog de voortzetting van politiek met andere middelen is, dan moet je Obama (de president, dat is) niet kwalijk nemen de daad waarmee hij de geschiedenis in gaat (het gevangen nemen standrechtelijk executeren van Osama, de terrorist) publicitair uit te melken. Dat doe je niet in de krant of docu, maar in film. Voor een groot publiek dat straks de beelden onthoudt, maar vergeet dat ze afkomstig zijn van een rolprent in plaats van de complexe, genuanceerde en grijs getinte werkelijkheid. Buiten dat: de werkelijkheid blijft voor journalisten. Alleen de toegang tot en timing van heeft het Witte Huis even uitgesteld. Tot na de film, dat is.
Blijft de verschrikkelijke onttakeling van de werkelijkheid door Hollywood als argument tegen deze fictivisering over. En ook dat argument is lastig; doet de journalistiek het zoveel beter dan? Daags na de arrestatie standrechtelijke executie verschenen talloze infographics, reconstructies en zelfs comics die de gaten in het verhaal over de inval moesten inkleuren. De wereld werd overspoeld met ‘beelden’ die er nooit zijn gewest. We weten hoe het ging door journalistieke interpretaties. Het zijn vooral ijverige redacteuren gewest die hebben laten ‘zien’ wat er is gebeurd. Het verhaal – in woord en beeld, ook als er geen woord en beeld was – is al talloze keren verteld zonder dat het onlosmakelijk met de werkelijkheid was verbonden. Daar kan best een filmpie bij. En ja, ik ga: het is mijn genre. Niet de arrestatie standrechtelijke executie dan, maar de actie. Zo moet je de film denk ik ook zien: als een Amerikaanse actiefilm met mooi beelden, maar van bedenkelijk niveau. <<