De Amerikaanse publieke opinie staat op scherp. De woede jegens het wapenbeleid van de overheid (op statelijk en federaal niveau) neemt hand-over-hand toe. Je kan niet voor wapenbezit zijn als er onschuldige kinderen mee worden doodgeschoten. Dus is de wapenlobby aan de beurt en wint de roep om wapenbezit strenger te reguleren aan kracht. Je zou kunnen zeggen; hier is beleid in de maak en dat is voer voor politicologen/bestuurskundigen/opiniepeilers. En beleid maken is bijzonder lastig. Het valt en staat vaak met de complexe definiëring van een probleem. En daar zullen we de komende dagen een aantal prachtige staaltjes van zien – de probleemanalyse dat is.
Om te beginnen: bestaande regulering van wapenbezit. Je koopt er natuurlijk geen drol voor, maar Connecticut heeft volgens het Law Center to Prevent Gun Violence de op vier na strengste regulering van wapenbezit in Amerika. Wie een wapen wil kopen, gaat door een flinke hoeveelheid red tape, waaronder een check of iemand wel een beetje bij zijn of haar gezonde verstand is. En dat is maar goed ook. We willen niet, zoals in Vermont, jongeren onder de zestien het recht geven om zonder toestemming van hun ouders (of overheid) wapens te mogen dragen. Dus hebben ze (de staat) dat in Connecticut iets beter geregeld. De moeder van de dader passeerde de drempels waarschijnlijk moeiteloos, wat natuurlijk niet verklaart waarom haar zoon eerst haar, toen de scholieren en docenten en vervolgens zichzelf doodschoot.
Want tussen regulering – wat moet, waar ik niet tegen ben, waarin Amerika is blijven steken in een Wild West-ideaal dat nu geen opgeld meer doet – en de doodgeschoten kinderen op school zitten vele interveniërende variabelen. Er is geen één-op-één verband tussen de afschuwelijke slachting op de Sandy Hook School enerzijds en de regulering (of beleid) van wapenbezit anderzijds. (Trouwens: de dader is natuurlijk niet per definiete ‘ziek’ of een ‘beest’- al past dit gedrag niet in mijn overtuiging van ‘gezond’.) Die voorstelling van zaken is te eenvoudig en schroeft de verwachtingen van beleid (het vermogen van de overheid om gewenst gedrag bij individuen af te dwingen) te hoog op. Wat allemaal niet wil zeggen (disclaimer, disclaimer) dat Amerikanen niet iets moeten doen. Laat voorop staan (voorop, dus) dat er wel ander beleid moet komen.
Want zoals het Law Center to Prevent Gun Violence terecht meldt, doet de staat ook zaken niet: “1) Limit the number of firearms that may be purchased at one time; 2) Impose design safety standards or microstamping requirements on handguns; or 3) Regulate ammunition sales.” De (eerlijke) vraag is of het incident had kunnen worden voorkomen als deze zaken wel waren gereguleerd. Ik heb er een hard hoofd in. Wat dus niet wil zeggen dat ik tegen regulering ben. Sterker: ik vind het zo belangrijk, dat we het op een goede manier moeten doen. Want ook als je de (bijna) strengste regulering van Amerika hebt, kan dit gebeuren. De vraag voor de komende tijd is eerst: hoe dan? Laten we nog even wachten met de vraag wat nu. Daarvoor weten we nog te weinig. De zaak is complexer dan onze emoties nu even aankunnen. Pas op de plaats dus – eerst maar eens uitzoeken wat er precies is gebeurd. <<