Beide heren staan toch op enige politieke afstand. En ook over het betreffende onderwerp – wel of niet kraken – vlogen ze elkaar stevig aan. Het kostte weinig moeite om het gesprek op gang te houden en niemand heeft zich een moment hoeven te vervelen. Nu hoef je in de politiek geen hekel aan elkaar te hebben om het structureel met elkaar oneens te zijn. Toch viel de vriendschappelijkheid nadat de microfoons uit stonden, op. In de (plaatselijke) politiek bestaan vriendschappen tussen politieke tegenstanders. Zo gaat er een hardnekkig gerucht de ronde (bevestigd door de een noch de ander) dat Femke Halsema en Geert Wilders elkaar goed lagen; je zou het op basis van onderlinge debatjes niet zeggen. Ik hoorde vandaag – uit betrouwbare bron heet dat dan – dat ze zelfs bij elkaar op de verjaardagsvisite kwamen.
Mmm …
De idee dat je je politieke tegenstander moet haten, zit diep. Alleen zo kunnen we begrijpen dat volksvertegenwoordigers en bewindspersonen elkaar scherp houden. Hoe kan je anders schakelen tussen de scherpte die nodig is om jouw idealen te verdedigen en de amicaliteit na een onderling twistgesprek? Nog maar te zwijgen van het mensbeeld dat aan die politieke visie en dus ook vriendschappen ten grondslag ligt. Een PvdA’er, luidt een grap, vindt vreemdelingen bijzonder aantrekkelijk en ‘soortgenoten’ maar eng; een VVD’er precies andersom. Hoe kunnen ze elkaar ooit uitstaan in een private setting? Dat moet fout gaan! Nee, ons beeld van politieke strijd is voor altijd vertekend door de feministische golf die politiek persoonlijk maakte. Dus ook de verschillen van mening. Zoals Den Uyl en Van Agt die elkaar niet konden luchten of zien.
Dat beeld klopt dus niet, blijkens het (anti)kraakdebatje op de lokale radio dat ik deze week mocht voorzitten. Met de microfonen open was de kloof schier onoverbrugbaar. Met de microfonen dicht was van een kloof geen sprake meer. Zo moet het natuurlijk ook zijn. Een conflict des humeurs is geen voorwaarde voor ‘goede’ politiek – eerder het tegenovergestelde: het is veel prettiger aanvallen als je weet dat je elkaar daarna gewoon in de ogen kan kijken. Dat hoeft niet schouderkloppend en handenschuddend, maar elkaar voortdurend de tent uit vechten is slechter voor het politieke debat. Beide heren vertrokken vriendelijk grappend de studio, wetend dat ze het fundamenteel oneens zijn over de krakers. En dat punt hebben ze heel duidelijk weten te maken. <<