Bij gebrek aan inhoudelijk nieuws (radiostilte, plannen liggen bij CPB) storten we ons op de biografieën van kandidaat-ministers. De levensloop en traceerbare bestuurlijke ervaring zou een goed voorspeller moeten zijn voor de individuele overlevingskansen en, daarvan afgeleid, die van het kabinet Rutte II. Een levensgrote valkuil: want de persoon die aantreedt, treedt aan in een ambtelijke organisatie. Een organisatie die hij of zij niet alleen beïnvloedt, maar ook andersom; een organisatie die de nieuwe minister beïnvloedt. En hoe dat uitwerkt is proof of the pudding en die moet je eerst eten.
Dus hebben we niet zo veel aan de achtergronden van Ascher in Amsterdam, Van Baalen in Europa of Ploumen binnen de PvdA. Ze hebben hun sporen verdiend, zeker, maar in Den Haag, op het landelijk platform, binnen een ministerie en gegeven de complexe politiek-ambtelijke verhoudingen moet nog blijken hoe ze met die nieuwe werkelijkheid omgaan. En dat ‘moeten blijken’ heeft geen enkele redactie in de bureaulade liggen. En een reconstructie van wat was is nog geen garantie voor het verdere verloop van de toekomst. Dus: voorzichtig met de terugblik om op basis daarvan de toekomst te voorspellen. <<