De belofte van journalistiek 2.0 staat nog altijd overeind: interactief, bottom up, voor (en door) het publiek verslag doen van de complexe werkelijkheid. Journalistiek 2.0 knoopt netwerken aan elkaar en, vertaalt naar de politieke journalistiek, kan de kloof overbruggen die politici en publiek van elkaar scheiden. Maar hoe? Journalisten zoeken naarstig naar de verbinding terwijl ze tegelijkertijd actualiteiten en achtergronden bij de dagelijkse gang van zaken proberen te geven; een dubbele heuristiek. En dat is soms bijzonder lastig.
De crux is interactiviteit – want die is er nauwelijks. De dialoog tussen politiek en publiek, waar journalisten slechts op af te hoeven stemmen, blijft een belofte en die nooit van de grond is gekomen. Journalisten 2.0 zouden de laptop slechts aan hoeven te zetten om overspoeld te worden door een tsunami aan onderwerpen, invalshoeken en achtergrondmateriaal. Verhalen schrijven is een kwestie van schermwerken, beetje content curatie en goed kijken, de juiste mensen ‘volgen’ en ‘liken’; de rest gaat dan eigenlijk vanzelf.
Niet vreemd dat die interactie er niet is. Politieke campagnes en interactieve dialogen staan in essentie diagonaal tegenover elkaar. Er is geen autistischer, eenzijdiger moment in de politiek dan in de opmaat naar de verkiezingen. Tijdens de campagne gaat het om een boodschap – die moet tussen de oren bij de kiezer. Tijdens deze verkiezingscampagne is daar al veel te weinig tijd voor. De Sportzomer heeft kostbare uren, dagen en weken overtuigingstijd afgenomen. Nog meer verlies is onacceptabel. Helemaal geen dialoog dus.
Als in een campagne al debat is, dan in deze campagne zeer, zeer summier. De journalist 2.0 kan dan zijn laptop aansteken in de hoop aanleiding voor verdieping te vinden, hij stuit slechts op nog beter geregisseerde platitudes van nog meer goed geregisseerde aanhangers. Wat de leiding doet op straat en plein, doen partijgenoten keurig na op internet. Sociale media zijn in deze campagne geen alternatieve bron, maar een versterker; ze vergroten uit. Sociale media tijdens politieke campagnes zijn heel veel kleine Radio Moskoutjes: ze staan allemaal hun propaganda de wereld in te slingeren.
Afhaken zou echter doodzonde zijn. Juist vanwege al die Radio Moskoutjes is journalistiek 2.0 nu zo verschrikkelijk belangrijk. Als het publiek aansluiting zoekt, maar dat bij de politiek niet krijgt omdat ze daar de zender aan hebben staan en de ontvanger uit, moeten journalisten in het gat springen dat dan valt. Als behartiger van het publieke belang kunnen zij de politiek wel de vragen stellen, ervoor zorgen dat er een ‘dialoog’ ontstaat. Dat politici niet hun ene boodschap over nog meer schijven uitzenden, maar ook moeten reageren. Interactief. <<