Regelmatig vraagt iemand mij of ‘we’ liever online dan offline lezen. Leuke en complexe vraag. Lezen blijkt, uit een korte zoektocht door de literatuur, een complexe bezigheid. Er zijn nogal wat variabelen die bepalen wat, waar, hoe en waarom we lezen. Laat staan dat we uitsluitsel kunnen geven over de vraag wat mensen als prettig, fijn of aangenaam ervaren: online of print?
Brita Ytre-Arne onderzocht de vraag onder lezers van het Noors vrouwenblad KK. Onder de suggestieve kop ‘I want to hold it in my hands’: readers’ experiences of the phenomenological differences between women’s magazines online and in print concludeert zij: websites kunnen de magazine-ervaring niet vervangen. De context waarin vrouwen ‘hun’ tijdschrift lezen en de interface van website (en print) geven voor de vrouwen de doorslag: liever print. Achter de computer een tijdschrift lezen doet ondervraagde vrouwen denken aan werk. Eén van de ondervraagden bracht het treffend onder woorden:
‘As I said, I use KK mostly to enjoy myself, and I don’t enjoy myself when I am sitting in front of a computer screen.’
Naast de context (thuis of op het werk) speelt voor de ondervraagde vrouwen ook de interface een belangrijke rol in hun ‘afwijzing’ van de website. De site is ‘messy and jumpy‘. Veel ondervraagden hebben geen behoefte aan de knipperende opmaak van de site, al zien ze wel de voordelen van een elektronische versie van ‘hun’ blad. Zij willen rust voor ogen – een wens die past bij de context waarin ze KK lezen: thuis, als ze vrij zijn, om te genieten.
Deze ‘media-beleving’ van een medium staat volgens Ytre-Arne in onderzoek naar media-gebruik zelden centraal. Zij roept op om in onderzoek naar verschillen tussen online en print daar meer oog voor te hebben. Nu is onderzoek nog te veel gericht op publiek en ontvangst. Dan dreigen blinde vlekken:
‘The concept experience encompass important variations which are relevant for grasping the multifaceted nature of the phenomenon in question here. Media experiences are made personally, but within and in interaction with society and culture.’
Het gaat haar dus ook om de zintuiglijke effecten van verschillende media. Ytre-Arne heeft daar vrouwen voor ondervraagd, The Economist heeft tien jaar geleden verondersteld dat tussen online en print lezers een verschil zit. De lean forward lezers lezen online. Ze willen contact met de journalisten, delen verhalen die ze lezen, maken actief onderdeel uit van een netwerk waarbinnen specifiek nieuws relevant is (en ander nieuws niet). De lean back lezers hebben een abonnement op het tijdschrift The Economist. Bij die groep heeft zich een nieuw soort lezer gevoegd – een groep die wel online wil lezen, maar zonder de drukte van de website – de lean back 2.0-lezer. Met andere woorden: de tablet-gebruiker. ‘De’ lezer bij The Economist zijn er eigenlijk drie.
Uit onderzoek door The Economist blijken lean backers (al dan niet 2.0) en lean forwarders zich ook echt anders te gedragen. Zo leest 42 procent van de tablet-gebruikers regelmatig in-depth artikelen, nog eens 40 procent doet dat soms. Ze delen artikelen veel minder dan lezers op het web. Maar liefst 71 procent van de ondervraagden zegt liever te lezen en luisteren dan te kijken (video), een kwart van hen heeft liefst foto’s. Het zijn grote verschillen met lezers die liever online lezen – die wel video’s kijken en nieuws delen. The Economist concludeert dan ook dat online en print elkaar niet uitsluiten, maar aanvullen. Liever online dan print is een vreemde vraag – liefst allebei!
Is er dan verschil in nieuws-consumptie? Lezen lezers online andere dingen dan in print? Leen D’Haenes, Nicholas Jankowski en Adri Heuvelman hebben in 2004 de Telegraaf en de Gelderlander vergeleken – zowel in print als hun site. Een van hun conclusies:
‘Reader consumption of news seems more dependent on the category of news, reader gender and reader interest in a particular news topic than it is on whether the news appears in the print or online version of a newspaper.’
Er zijn dus studies voor handen waaruit blijkt dat lezers liever een tijdschrift in handen hebben dan hun informatie online tot zich nemen. Die voorkeur is echter ingegeven door de context waarin mensen lezen (werk, thuis), persoonlijke interesses, nieuws en het medium in de betekenis van een technische drager van informatie. Ook het belang dat aan tekstbegrip wordt gegeven, speelt een rol. Uit onderzoek onder studenten in Maleisie blijkt dat zij online lezen voor de lol, maar in print als ze een tentamen moeten halen. Ook de (on)mogelijkheid om tijdens het lezen aantekeningen te maken, weerhoudt mensen van online lezen, om maar eens een barrière te noemen.
Waarom of/of en geen en/en strategie voor redacties? En print en online, dus. Dat is duur, toegegeven, maar in dit artikel stond niet de economie, maar de psychologie van het lezen van print of online centraal. Het gaat om welbevinden en aansluiting bij de leesgewoonte van een doelgroep. Zowel print als online past in ieder geval bij de belangrijkste trend van de afgelopen tien jaar: we zijn allemaal meer gaan lezen. Echt waar – heel erg veel meer. <<