Politie en inlichtingendiensten moeten hun aandacht gaan verleggen van klassieke telefonie naar internet. De FBI wil daarom ook Facebook en andere sociale media afluisteren. Steeds vaker, claimt de Amerikaanse opsporingsdienst, verdwijnen verdachten in the dark. Ze communiceren en coördineren hun acties online; buiten het zicht van politie en justitie.
The FBI says it was also hampered in investigating a criminal organization that smuggled cocaine up from South America and trafficked guns to Africa. The group, according to a confidential source, intentionally used communications platforms that law enforcement could not intercept. The FBI told Congress last year that, as a result, the organization was still trafficking weapons.
Dat de FBI sociale media monitort op misdaad en misdadigers, is mijn inziens niet zo bezwaarlijk. Je kan het argument dat sociale media onderdeel van het publieke domein zijn, aardig verdedigen. In dat publieke domein zijn ook justitiële en politiële diensten actief. Net als op straat.
De eis van de FBI bij sociale media een ‘achterdeur’ te krijgen om altijd binnen te kunnen komen, gaat een stap te ver. Dan vraagt de deinst eigenlijk een loper waarmee de dienst alle deuren in een stad kan openen om even binnen te kunnen kijken. Dat mag (ook zonder sleutel, trouwens) mits er aan een aantal criteria (zoals in de wet gesteld) is voldaan. Daarin is mijn inziens geen onderscheid tussen een echt huis en een virtuele ruimte waar mensen in privacy opereren. Binnen zonder kloppen mag nergens. Ook een overheidsdienst niet. <<