Internetjournalistiek, het vak dat ik nu voor het eerst heb gegeven, kan niet zonder sociale media en internet. Naast een blog (LokaalLeiden) waar studenten voor schreven, zijn sommigen (na enig aandringen) begonnen met Twitter, hebben anderen hun Facebook-pagina weer eens afgestoft en is een klein deel bevestigt in hun vooroordeel dat sociale media echt he-le-maal niets voor hen is. Ook een bijdrage aan hun inzicht. Na twaalf weken is het tijd voor een korte, anekdotische samenvatting van ervaringen.
1. Vinden
Door sociale media weten meer mensen dan voorheen dat ik docent internetjournalistiek ben. Dus denken ook meer mensen mee. Zoals laatst – een vriend (correspondent in Japan!) mij wees op de plannen van Hans Laroes (voormalig hoofdredacteur van het NOS Journaal) een boek te schrijven met anderen. Crowdsourcing dus. Dat, meldde de correspondent in Japan mij, sloot aan bij een van mijn colleges. Toch? Mijnheer Laroes dus direct getwitterd. Hij had wel oren naar een gastcollege. Maar kon het, in verband met het verschijnen van het boek niet iets eerder? Nee, niet in mijn val, maar dan was hij wel welkom als gastspreker voor een seminar. Schikte dat? Dat schikte. Alles geregeld in een halve dag, met een mobiele telefoon en drie jongens (5, 3 en 1) aan mijn rokken. Zonder sociale media zou ik niet zo eenvoudig toegang tot Laroes hebben gehad als nu.
2. Bijhouden
Data journalistiek, interactie, webteksten, links – het zijn onderwerpen die voorbijkomen in mijn colleges. Het zijn onderwerpen die in hun fundament niet zoveel en zo vaak veranderen. Maar in hun toepassingen wel. Ik kan me geen colleges voorstellen waarin ik niet voortdurend op zoek ben naar de meest actuele toepassingen van de basisstof. Nog maar te zwijgen over onderzoeken die verschijnen. Ik laat literatuur waar vakgenoten het over hebben, zwaarder wegen. Mijn vakgenoten delen en bespreken veel en vaak nieuwe informatie over ons vak. Ik haak aan bij hun informatiestroom.
3. Delen
Ik heb het nog niet aangedurfd – studiepunten verbinden aan het verplicht delen van informatie. Dit jaar heb ik mensen, vrijblijvend, opgeroepen om actualiteiten, tips & tricks te delen op een forum. Volgend jaar zal ik studenten meer verplichten in het delen van kennis. Ik doe het zelf wel, met een eigen hashtag op twitter (#jennm). Op mijn blog deel ik mijn Delicious bookmarks. Soms zet ik wat op het forum van studenten. Zelf deel ik veel, de vraag of je anderne daartoe moet verplichten, vind ik lastig. Het zou een tweede natuur moeten zijn voor journalisten (in spe). Anderzijds – als je dat niet hebt, helpt ook een ‘verplichting’ niet.
4. Aanbieden
Sociale media zetten het raam van een vak open. Sociale media betrekken de buitenwereld bij een opleiding en legitimeert die opleiding. Je maakt jezelf kwetsbaar, zeker. Kritiek is niet leuk. Ik heb het dit jaar vaak gehad. Van mijn studenten vooral. Laat staan als professionals van buiten echt hadden kunnen meekijken. De angst dat je domme dingen zegt is met een zaal vol, is hier, al beangstigend. Laat staan als in potentie de gehele wereld een duit in het zakje kan doen. Toch zou ik mijn vak meer open willen gooien. Meer van buiten naar binnen willen halen. Dat doe ik nu al voorzichtig door aansluiting te zoeken bij lokale media, dat moet straks meer. Door aansluiting te zoeken bij anderen. En daar zit wat mij betreft de kneep voor sociale media – wacht niet tot men jou vindt, zoek de ander. Biedt hem aan wat je doet. Een-op-een. <<