Vandaag viel niet alleen het kabinet, vandaag was ook exemplarisch voor de machteloosheid van de Nederlandse politieke elite een koers uit de crisis te vinden.
Brussel verwacht een begroting – nog deze week. De Jager (Financiën) weet (hoe?) dat de Kamer ook in deze moeilijke tijden in staat is om moeilijke keuzes te maken. Neelie Kroes noemde Wilders in de aanloop van de komende verkiezingen “leugenachtig” – Brussel pakt ouderen niet aan, hield zij de verslaggever op het NOS Journaal voor. En zo verdeeld als de Kamer na de vorige verkiezingen, zo verdeeld was het vandaag in de wandelgangen het over de datum van de verkiezingen – uiteindelijk rolde 27 juni uit de hoge hoed.
Overgeleverd aan de agenda van supranationale instituties, onderling hopeloos verdeeld en geconfronteerd met de vlammende retoriek van een populist op ramkoers maakt de Haagse elite zich op voor een ultrakorte verkiezingscampagne. Ultrakort, want de actualiteit vereist snel handelen. De economische crisis wacht op een oplossing en elke dag uitstel kost ons veel geld op de beurs. De rente – de kwantificatie van onzekerheid – kruipt langzaam op. Vandaag alleen al 0,1 procent rente erbij. Dat is met het huidige tekort 400 miljoen euro per dag.
En de Haagse elite staat er bij en kijkt met lede ogen de financiële ruimte slinken en slinken. Ze krijgt de handen niet op elkaar om de noodzakelijke maatregelen te nemen. Plussen en en minnen, percentages en de poet – het lukt ze niet. Dat is slecht nieuws. Want de plussen en minnen kan je nog alten uitrekenen. Wat als deze elite zich het hoofd moet buigen over politieke waarden: over solidariteit tussen generaties, het milieu, immigratie, normen en waarden, individuele vrijheid in relatie tot het functioneren van de staat, over democratie in een netwerksamenleving?
Vandaag viel niet alleen het kabinet, vandaag werd maar eens de kramp zichtbaar waarin de Haagse elite vanaf de opkomst van Fortuyn in is geschoten. En ook vandaag zijn er geen aanwijzingen dat de elite die kan wegmasseren. Het Haagse, politieke ‘management’ definieert de politieke tegenstellingen langs begrotingstekorten en Europese eisen, langs onwil om te bezuinigen en zwarte-pieten zich een weg naar door de verkiezingen. Op naar nieuw een kabinet dat grote onderwerpen onaangeroerd laat in de hoop dat een economische opleving de noodzaak over die lastige onderwerpen te beslissen, wegneemt.
Ik ben benieuwd in welke coalitie het koopkrachtplaatje geaccepteerder is dan de milieuproblematiek, onze tripple A-status belangrijker dan de huizenmarkt, de verhoging van de AOW-leeftijd belangrijker dan ons milieu of de bankbonussen belangrijker dan Europese en generationele solidariteit. Ik denk, gezien vandaag, in zo’n beetje elk denkbare coalitie. En daar hebben we er vijf van gehad, in de afgelopen tien jaar. Oude of nieuwe politiek – ze zijn allemaal het spoor al tijden bijster. <<