Naast het bloedstollende voetbal (Real Madrid-Bayern Mücnhen) op de bank wat ideeën op papier gezet over de huidige politieke situatie in Nederland.
Hoe kunnen we toch de politieke instabiliteit en electorale volatiliteit (mate van veranderlijkheid onder kiezers) duiden? In de volksmond veroorzaakt de electorale volatiliteit (de kiezer op drift) de politieke instabiliteit in Den Haag. Maar met die volkswijsheid heb ik moeite. De richting van dat verband is mijn inziens niet juist.
Tussen electorale nervositeit en veranderlijkheid enerzijds en politieke instabiliteit anderzijds zit namelijk een knip. Du moment dat ik mijn stem uitbreng, doet mijn veranderlijkheid er niet meer toe. Het is aan de politieke elite die onderling de macht verdelen. Hoe nerveus ik ook ben, het is de politieke elite die een coalitie smeedt. Daar zit niets meer van mijn veranderlijkheid in. Het feit dat het electoraat volatiel is, verklaart de politieke instabiliteit van die elite niet.
Moeten we het verband dan omdraaien? Verklaart de politieke instabiliteit mogelijk mijn electorale volatiliteit? Da’s interessant. De politiek volgt dan niet het electoraat, het electoraat volgt dan de politiek. Het is de elite in Den Haag die met hun gedrag (sociologischer: hun acties) de nervositeit onder het kiesvolk aanwakkert, aanmoedigt en wellicht zelfs in stand houdt.
De PVV, Hero Brinkman, verder terug: Rita Verdonk en Pim Fortuyn zijn geen politici die een smaldeel van het electoraat bedienen. Ze zijn, in deze lezing, het gevolg van Haags gekonkel en hebben, mede door het gedrag en de acties vanuit Neerlands politieke centrum, zichzelf op hun komst ‘getrakteerd’.
Niet vreemd: de impact van Den Haag op het electoraat is nu eenmaal vele malen groter dan de impact van het electoraat op Den Haag. Ik kan mij als individuele kiezer niet aan regeringsbeleid onttrekken, andersom geldt dat Den Haag zich niets van mij hoeft aan te trekken. Dat de politiek mij sterker beïnvloedt dan ik de politiek is een gegeven. Dus ook hun gedrag – vermoedelijk. Voer voor politicologen. <<