Mag je berichten over medische toestand van een voormalige kroonprins in doodstrijd? Het dilemma (privacy versus publiciteit) komt voort uit de natste droom van iedere eindredacteur – ‘we’ hebben iemand van de redactie ter plekke! Niet zomaar iemand, neen, een senior redacteur. Met haar man: emeritus hoogleraar neurochirurgie aan de Universiteit Utrecht. Hij sneed ooit in prins Bernhard en was buurman van Mabel Wisse-Smit (niet toevallig de echtgenote van prins Johan Friso). De redacteur is niet alleen ter plekke, ze heeft toegang tot en kennis over belangrijke aspecten van Friso’s conditie.
Aan het werk!
Geen groter belang dan het journalistieke belang, zou je kunnen zeggen. Jannetje Koelewijn, de redacteur van de NRC ter plaatse, schreef haar stuk en haar krant drukte het af. Daar ging, ook op de redactie van de NRC, twijfel aan vooraf. Voor hoofdredacteur Peter Vandermeersch gaf de wijze waarop Koelwijn de informatie over Friso had verkregen, de doorslag.
Ze maakte zich duidelijk bekend als journaliste en zei dat ze over hun gesprek zou schrijven voor NRC. Een Oostenrijkse arts vertelde daarop dat er geen sprake was van een schedelbasisfractuur (cursief SL), iets wat tot dan toe door de media werd verspreid, en dat de grootste zorg de langdurige ademnood was waarin de patiënt verkeerd heeft.
De volgorde is hier van belang omdat het voor Vandermeersch doorslaggevend is om het stuk te plaatsen. Koelewijn maakt zich bekend als journalist, de Oostenrijkse arts vertelde daarop(citaat) honderduit over de medische toestand van de prins. Hoe reëel is het dat een arts in het academisch ziekenhuis in Innsbruck zijn beroepsgeheim laat varen om een Nederlandse journaliste te informeren over een lid van ‘s lands belangrijkste familie? Dat is niet reëel. Het is wel denkbaar dat twee artsen informatie uitwisselen over de toestand van een patient. Dat doen ze dagelijks. Maar niet in het bijzijn van een journaliste en vermoedelijk dan helemaal niet over een lid van de Koninklijke familie.
We kunnen onze vraagtekens zetten bij de gang van zaken en dus bij de argumenten die Vandermeersch als doorslaggevend ziet. De krant had die vraagtekens niet en publiceerde terughoudend ‘elementen die een ander licht wierpen op de gezondheidstoestand van de prins dan tot nu toe bekend. Want dat is nu eenmaal onze taak: zo betrouwbaar en genuanceerd mogelijk de mensen informeren.’ Nu is de krant niet verantwoordelijk voor de onduidelijkheid die door de publicatie is ontstaan. Want na het artikel namen het ziekenhuis en de arts afstand van de verklaring die Koelewijn gaf over het verkrijgen van de informatie en de informatie zelf. En zo werd betrouwbaar en genuanceerd al snel verwarrend en tegenstrijdig. Want wie heeft er nu gelijk en weet hoe het nu echt gaat met Friso? NRC/Koelewijn, de arts, de RVD? Ik vrees dat er geen journalist meer in Innsbruck inkomt om die vraag te beantwoorden.
En wat levert het verhaal van Koelewijn ons nu precies op? Stel, gedachte-experiment, we zouden de CT-scan van de prins allemaal mogen inzien. Hebben we dan een maximaal betrouwbaar en genuanceerd beeld van de situatie? Dat is toch het streven van het NRC. Ik denk dat ook maximale transparantie geen eind maakt aan de onzekerheid en angst die de komende dagen bepalen. Ik denk dat de CT-scan ook geen andere meerwaarde heeft dan het eerste hebben van de CT-scan. Net als het interview met de behandelend arts geen meerwaarde heeft dan het als eerste interviewen van die arts.
Ik had in de unieke relatie met de behandelende arts geïnvesteerd, zijn vertrouwen gewonnen. Ik had me gericht op het tweede, derde en vierde verhaal. Voor iets later. Als we allemaal een beetje over de schok heen zijn of ons opmaken voor een lange periode van rouw. Natuurlijk is de conditie van Friso’s brein groot nieuws. Maar dat was het gisteren nog niet. Gisteren was het interview met de arts nieuws. Maar dat is geen interessant nieuws. Dat is informatie. ‘We hebben hem gesproken.’ So what? Als Vandermeersch had gewacht met publiceren, waren we er niet ongelukkiger door geworden. Voor wie alleen het journalistieke belang meeweegt, klopte misschien alles aan de afweging om het artikel te plaatsen. Behalve de timing. Dat blijkt ook uit de meeste reacties – we hebben het niet over wat de arts zei, maar dat de arts iets zei. En dat is met zulk belangrijk nieuws een gemiste kans. <<