Myrta Otten, journaliste in spe, schreef vorige week een netelige brandbrief over de kansen van academisch geschoolde journalisten op de arbeidsmarkt. 86 reacties later (op moment van schrijven) heeft bijna iedereen haar de les gelezen: ze moet niet zo zeuren. Dat is natuurlijk flauw. We kunnen de Myrta’s van deze arbeidsmarkt ook een handje helpen.
Want academische studie of niet, gebrek aan ervaring of niet – iedereen heeft het moeilijk in de journalistieke branche. In de huidige markt is het niet vreemd dat media de meest passende sollicitant voor een vacante functie kiezen. Myrta wijt de keuze van al die media voor lekker praktisch ingestelde hbo’ers (onduidelijk is waarop ze dat baseert) aan haar (academische) opleiding. Daarin te weinig praktische scholing en dus een fataal gebrek aan ervaring. De commentatoren op haar brandbrief zoeken een verklaring elders (uiteenlopend van een a priori gebrek aan talent tot een te passieve houding). Het debat ontspoort al snel – ondanks verwoede pogingen van broer Bart de discussie op de rails te houden. Jammer, want wat kan Myrta nu wel doen om aan de bak te komen? Drie praktische tips: bied nieuws, bouw netwerken, time je berichten. Dan rest een beetje geluk, maar dat heb je dan aardig afgedwongen.
De natte droom van elke hoofdredacteur? Kei-hard nieuws. Die droom wordt nog natter als de hoofdredacteur er ook een journalist bijkrijgt die dat zeer regelmatig levert. Redacties waarderen journalisten (in spe) die zich niet laten wegzetten. De bijtertjes, degene die mensen kunnen vinden: op hun werk, in de trein, thuis of op vakantie. De types die aan een half woord genoeg hebben. Die niet gaan piepen als ze uit willen slapen, die het nooit koud hebben. Die, kortom, tot het gaatje gaan. Wil je een baan in de journalistiek, dan zal je die eigenschap aan de juiste persoon moeten laten zien. Ergo: zoek uit wie dat is! Voor alle media waar je eventueel aan de bak wil, zal je een lijstje usual suspects moeten maken en dan: bied ze nieuws. Bied ze een verhaal waar ze niet omheen kunnen. Wek interesse en vertrouwen door een verhaal te presenteren dat zij moeten hebben. Waarvoor ze zich diep, diep schamen als ze het hebben laten lopen. Om dat verhaal te maken en bij de juiste persoon te presenteren, moet je een lange adem hebben. Langer dan een brandbrief op VillaMedia.
Contacten: het kapitaal van de journalist. Wie handig is op sociale media, kan een aardig netwerk bij elkaar sprokkelen. Maar dat is niet genoeg. Er is een echte wereld out there. Zoek bij jouw kei-harde nieuws ook de juiste personen. Lees, volg, ga in gesprek. Online, offline. Breng het onderwerp en betrokkenen in kaart. Bewaar alle contacten die je hebt zorgvuldig. Elk interview dat je nu hebt, is een potentiële bron voor je volgende verhaal. Houd contact, kom nog eens terug op eerdere gesprekken. Blijf vragen wat iemand beweegt. Bedenk bij elke gesprek, bij elk knooppunt in elk netwerk welk volgende verhaal je zou kunnen maken. Een artikel schrijven, kunnen we allemaal. het volgende artikel schrijven – daar moet je nu al aan beginnen.
Zomertijd, maandagen, een jaar (geen maand) voor de verkiezingen, een week voor publicatie, beter: een dag voor publicatie. Journalistiek is timing. Niet alleen de timing van je werk, ook de timing om dat werk aan te bieden. Maandagen zijn ideaal voor opiniestukken. De redactie moet opstarten en heeft het druk. Als jij een steengoede analyse al op zaterdag hebt verstuurd, dan heeft de redactie een hoofdpijn minder. En natuurlijk wil iedereen schrijven over verkiezingen – als jij al een jaar bezig bent, heb je een netwerk, de kennis en kunde en aantoonbaar meer ervaring dan al die anderen die net beginnen. Doorzoek agenda’s, catalogi, sluit je in de zomer op in een kamer vol kerstspullen, hol in de winter in je badpak door de warm gestookte kamer om aan seizoensgebonden verhalen en ideeën te komen.
En Myrta? Die moeten we zoeken als we een baan voor haar weten – ‘(…) je vindt ons op de treurige communicatieafdelingen van plaatselijke makelaarskantoren en voedingsconcerns’. Ik zou zeggen: laat je zien. Doe waar je voor bent opgeleid: maak mooie verhalen, presenteer ze op de juiste manier en ga er mee de hort op. Laat je niet kisten door hbo’ers (en andersom trouwens: laat je niet kisten door academici). Myrta schrijft: ‘Je zou bijna denken dat niet een academische opleiding maar juist helemaal géén opleiding de beste opleiding is om journalist te worden. Gewoon direct in het echt beginnen, dan leer je de rest vanzelf.’ Precies! Het doet er niet toe! Moet je nagaan wat een luxe positie – je kan direct beginnen, en je hebt een imposante bagage. Nu nog even heel hard er aan trekken. Dan kunnen er hele mooie dingen gebeuren. <<
(Dank @VogelJan)