Poot heeft niets beters te doen dan nakijken van andermans werk. En ja, daar sluipen de nodige taalfouten in. Wie niet schept, schaaft niet en wie nooit schaaft … Enfin: een onvergetelijke ‘t’ op de verkeerde plek en ons Schoolhoofd laat het betoog links liggen. Hij lijkt er wel op in te gaan, maar we bereiken nooit het Beloofde Land waar twee rationele mensen intelligent van gedachte kunnen wisselen. Hij blijft steken op de heuvel met uitzicht. Waarom durft hijzelf de vallei niet in?
Poot is leraar en het onderwijs is het Land van Melk en Honing. Onderwijs is potentie. Als het er uit komt, slaan docenten vol trots hun eigen borstkast in. Als het niet lukt, en de potentie blijft talent, kijk, dan ligt het aan Den Haag, de ouders, de ander. Het Beloofde Land: een plek waar we over uitkijken, maar natuurlijk nooit aankomen. Want dan, per definitie, is het niet meer ‘beloofd’ (met een ‘d’ naar ik aanneem).
Misschien is dat wel de Bijbelse gedachte – dat het om de reis gaat. De reis erheen. Is de idee van Het Beloofde Land niet de aankomst, maar dat we de reis op een nette manier volbrengen. Dat het doel de middelen niet heiligt. Dat we soms samen optrekken en het elkaar dan niet onnodig moeilijk maken. In Israel-Palestina, tussen haves en haves-not, tussen Poot en mij …Tot dan: The Boss. Prachtig. <<