Het Parool scoopt: Hero Brinkman gaf opdracht provinciesite te hacken. De PVV’er wilde onderzoeken of de site van de provincie wel veilig was. Niet dus. De provincie deed vervolgens aangifte, Brinkman eist dat die wordt ingetrokken, CvK Johan Remkes weigert dat. Brinkmans verweer klinkt even onwaarschijnlijk als vergezocht: zijn hack is ‘je reinste uitlokking’. De site was zo slecht beveiligd dat hij er wel in moest breken.
De strijd over de toelaatbaarheid van Brinkmans gedrag laat ik graag aan juristen. Hoewel: er is een lezing denkbaar waarbij Brinkman een punt heeft. Uitlokking lijkt mij uitgesloten. Als kostbare spullen voor het grijpen liggen, kan ik ze ook gewoon laten liggen. En niemand heeft Brinkman aangezet tot het hacken van de site in de hoop dat hij de wet zou overtreden.
Maar waarom zou je als bestuurder niet proefondervindelijk mogen vaststellen dat sprake is van een (potentieel) bestuurlijk probleem? De kritiek op Brinkmans actie komt volgens mij voort uit het karakter van zijn daad: die is virtueel. Maar Statenleden brengen toch ook bezoeken aan allerlei fysieke projecten die met belastinggeld worden gefinancierd? Net als de site. Ook dan kunnen bestuurders (en pers) tot de conclusie komen dat er iets ernstigs mis is. Net als Brinkman nu heeft gedaan bij de site. Ook dan kan de provincie de nodige imagoschade oplopen. Net als nu bij de site. Inclusief de media-aandacht. Net als nu. Dus: wat is precies het probleem?
Brinkmans hack heeft trouwens direct het gewenste resultaat: na enige ingrepen, meldt de provincie aan Het Parool, was de beveiliging weer ‘optimaal’. Ik zeg: hulde voor Brinkman. Er zijn bestuurders die van hu toezichthoudende taak en rol een groter potje maken. De manier waarop, het feit dat Brinkman eerst de pers inlicht en dan pas de provincie, verdient geen schoonheidsprijs. Ik kan me voorstellen dat dat kwaad bloed zet. Maar hoe vervelend en denigrerend die actie ook is, het gaat niet altijd om de toon. Soms is de muziek belangrijker. <<