Plat gezegd: de ballen van Peter Orszag zijn zo groot als kokosnoten. Als budgetbeheerder van Obama (Director of Management and Budget) pleit in de The New Republic voor wat minder democratie. Waarom?
To solve the serious problems facing our country, we need to minimize the harm from legislative inertia by relying more on automatic policies and depoliticized commissions for certain policy decisions. In other words, radical as it sounds, we need to counter the gridlock of our political institutions by making them a bit less democratic.
Er zijn charmantere manieren om je werk aan de wilgen te hangen. Orszag heeft overigens gelijk dat de deadlock tussen Democraten en Republikeinen in Congres en Senaat het land voortdurend langs de afgrond van een shutdown laat scheren, maar om de democratie deels af te schaffen om dat te voorkomen, is misschien een provocatief idee, maar schiet in haar ernst het doel (onduidelijk welke trouwens) volledig voorbij. Het is een beetje alsof de secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken in De Groene Amsterdammer pleit voor het afschaffen van onze parlementaire democratie omdat de verkiezingen onwerkbare meerderheden oplevert.
Het is Orszag dan ook op veel kritiek komen te staan: van plat technocratisme tot een sore loser tot een houdbaar idee, als je tenminste bereid bent iets verder te kijken dan de uitdagende kop boven Orszags analyse. Erza Klein (Washington Post) schrijft dan ook dat Obama’s top-adviseur niet om democratie heen wil, maar om het verlamde Congres. Maar die kop zou minder aandacht trekken – het artikel zou er wel beter door gelezen worden. <<